veilig op stage hoofdstuk 5

Waar denk je aan bij het woord vallen?
timer
1:00
vallen
1 / 20
suivant
Slide 1: Carte mentale
VCAVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Waar denk je aan bij het woord vallen?
timer
1:00
vallen

Slide 1 - Carte mentale

Hoofdstuk 5 Vallen
In dit hoofdstuk leer je: 
  • De verschillende valgevaren 
  • Valgevaren voorkomen
  • Hoe je een ladder gebruikt
  • Hoe je werkt op hoogte

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Maak opdracht 1
Tekst
"Valpreventie": 
Voorkomen dat je valt. 

Slide 5 - Diapositive

  • Werken op hoogte is werken boven de 2,5 meter.
  • Hoe dieper je valt , hoe zachter je valt.
  • Je kunt van een steiger vallen.
  • Hoe zachter je valt hoe groter de gevolgen
  • waar                                                            
  • niet waar                                                       
  • waar                                                             
  • niet waar 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Maak opdracht 2 t/m 8
  • Valgevaar op hoogte
  • Hoe voorkom je valgevaar op hoogte?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Maak opdracht 9 t/m 14
  • Alle onderdelen van een trap
  • Hoe gebruik je een trap goed? 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 16
Wat hoort er niet bij vallen?
A
uitglijden
B
struikelen
C
zitten
D
afstappen

Slide 16 - Quiz

Opdracht 17
Losliggende tegel (struikelen)
Losse ondergrond (uitglijden, verstappen)
Groot hoogte verschil (verstappen, afstappen)

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Diapositive

Maak opdracht 19 en 21 en 22

  • Opletten bij veilig lopen
  • Tips bij veilig lopen
  • Housekeeping (toetsvraag!)

Slide 19 - Diapositive

Einde hoofdstk 5

Slide 20 - Diapositive