Hoofdstuk 6 paragraaf 6.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Startopdracht les

1. Zet je tas op de grond.

2. Pak je  boek + pen en rekenmachine.

3. De rest van tafel.

4. Wacht rustig tot dat we starten.

Economie 

Economie 

Wat gaan we doen?

1. Welkom woordje
2. Terugblik op de vorige lessen ( paragraaf 1 )
3.  Uitleg paragraaf 2 + maken opdrachten
   
4. Afsluiting

Lesdoelen

1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
   
2. Ik kan de kennis van vorige paragraaf toepassen.
3. Ik weet wat er in paragraaf 2 behandeld wordt.
   

Inloggen in Lessonup

        Lesson up                                                 Google Classroom

Terugblik 

Wat hebben wij de vorige les besproken?

Wat weten we van paragraaf 1.

- taken en verplichtingen van overheid.

- Wat is een ambtenaar

- Waaruit bestaat de gemeente overheid.

- Wat is een ander woord overheid.

Wie bestuurt de gemeente?

1. Burgermeester
2. Gemeenteraad
3. Burgermeester en wethouders
4. Niemand, dat doet het volk

Een ambtenaar is ...

1. iemand die met zijn handen werkt.
2. iemand die in de Tweede Kamer werkt.
3. iemand die voor de overheid werkt.
4. iemand die een ambt vervuld.

Wat is een ander woord voor de rijksoverheid?

1. De provincies
2. De gemeenten
3. De centrale overheid

Wie zijn de lagere overheden?

1. Gemeente, Rijk en Provincie
2. Gemeente, Provincie en Waterschappen
3. Provincie, Waterschappen en Rijk
4. Waterschappen en Gemeente

Wat is een ander woord voor de Rijksoverheid?

1. de provincies
2. de gemeenten
3. de centrale overheid

Wat is een taak van de provincie?

1. Planning van een woonwijk
2. Zuiveren van afvalwater
3. Leveren van goederen
4. Aansturen van ministers

Wat is GEEN taak van de gemeente?

1. Riolering
2. Recreatiegebieden
3. Sportparken
4. Ouderenzorg

Wat hoort niet bij de particuliere sector?

1. Bestaat uit bedrijven en burgers
2. Willen winst maken
3. Is voor iedereen beschikbaar

De Overheid

Wat regelt de overheid?

Hoofdstuk 6

Paragraaf 2 doelen

• Je weet wat bedoeld wordt met collectieve voorzieningen.
• Je weet wat de collectieve sector is.
• Je weet waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.
• Je weet wat sociale zekerheid is.
• Je weet wat de particuliere sector is.
• Je hebt paragraaf 6.2 goed begrepen.

De overheid

Wat regelt de overheid dingen voor ons?

Hulpvragen:

1. Wie geeft opdracht om de wegen in Nederland aan te leggen?
2. Waar heb jij je identiteitskaart of paspoort moeten ophalen?
   
3. Hoe zorgt de overheid voor de veiligheid van burgers in ons land?

Collectieve sector =

overheid en sociale zekerheidinstellingen

• geen winstdoel

Particuliere sector =

bedrijven en burgers

• winstdoel

Collectieve en particuliere sector

Collectieve voorzieningen

• Collectieve voorzieningen = voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken
• Collectieve sector = de overheid en instellingen die zorgen voor de collectieve voorzieningen

Wat is geen collectieve voorziening?

1. school
2. leger
3. ziekenhuis
4. kledingwinkel

Wat is voor de overheid geen reden om voor collectieve voorzieningen te zorgen?

1. Voor sommige voorzieningen kan niet iedereen apart betalen.
2. De kwaliteit is dan beter.
3. Het moet betaalbaar blijven voor iedereen.
4. Dan kun je er meer aan verdienen.

Maakwerk

Wat ga je doen	aan de slag met pargraaf 6.2 opdracht 18 t/m 23 Bladzijde 58/59
Hoe ga je dit maken?	Alleen werken. Praten mag maar fluisterend Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar?	Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP!	Het stoplicht.

Hoe komt de overheid aan zijn geld?

Sociale premies 

Er is veel geld nodig voor al die uitkeringen. Dat geld wordt betaald door de mensen die een baan hebben.

Op het brutoloon van werknemers worden hiervoor sociale premies ingehouden. 

Sociale premies

• Worden ingehouden op het brutoloon van werknemers
• Worden gebruikt voor de sociale zekerheid

Sociale zekerheid

Sociale zekerheid

Sociale zekerheid

Ik kan uitleggen hoe de sociale zekerheid in Nederland is  geregeld 

Voor wie is in Nederland de sociale zekerheid?

1. Voor ouderen
2. Voor mensen die werken
3. Voor mensen die ziek zijn
4. Voor alle antwoorden A-B-C

De sociale zekerheid wordt betaald van de ...

1. belastinginkomsten en sociale premies.
2. sociale premies.
3. belastinginkomsten.
4. btw.

Maakwerk

Wat ga je doen	aan de slag met pargraaf 6.2 opdracht 24t/m 31 Bladzijde 163 164
Hoe ga je dit maken?	Alleen werken. Praten mag maar fluisterend Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar?	Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP!	Het stoplicht.

Afsluiting

Lesdoelen

1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
   
2. Ik kan de kennis van vorige paragraaf toepassen.
3. Ik weet wat er in paragraaf 2 behandeld wordt.
   

Hoe goed ging het maken van de opdrachten

1. goed
2. voldoende
3. matig
4. slecht

Wat moet je voor volgende les meenemen en maken?

Geef aan hoe leuk je de les vond.

😒🙁😐🙂😃