H4.P3 warmte transport

timer
2:00
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
In het learnbeat 4.3 opgave d) Begrijpen
c) Beheersen
timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
2:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

4.3 warmtetransport
Aan het einde van deze paragraaf kan je...
  • drie soorten warmtetransport noemen;
  • herkennen wanneer er sprake is van geleiding, straling en stroming.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmte transport
Geleiding:
Warmte verplaatst zich door middel van fysiek contact
Sommige materialen geleiden beter dan andere

Stroming:
Warmte verplaatst zich door de beweging van een vloeistof of een gas
Als de temperatuur stijgt, neemt de dichtheid af waardoor vloeistof of gas stijgt

Straling:
Warmte verplaatsing door elektromagnetische straling
Als deze straling door een voorwerp wordt geabsorbeerd wordt dit warm
definitie
De verplaatsing van warmte van de ene plek naar een andere plek door geleiding, stroming of straling

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport door geleiding

Bij warmtegeleiding verplaatst de warmte zich door een stof, zoals het metaal van een radiator.
Warmte verplaatst zich altijd van de plaats met de hoogste temperatuur naar een plaats met de laagste temperatuur.
Je noemt dit warmtetransport door warmtegeleiding.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleiding
  • Warmte wordt van de ene plaats in een vaste stof doorgegeven aan een andere plaats. 
  • Moleculen geven warmte door, door tegen elkaar te trillen. 
  • De moleculen blijven op hun plaats.

Slide 8 - Diapositive

Demo lucifers laten zien
Goede en slechte warmtegeleiders

  • Alle metalen zijn goede warmtegeleiders.
  • kunststoffen / gassen/vloeistoffen zijn slechte warmtegeleiders. Ze geven de warmte maar heel langzaam door. 

  • De knop van een radiator  is een ........warmtegeleider.
  • Handvat van je fiets op een winterse dag is een ........warmtegeleider.

Je ziet er een aantal in de volgende figuur.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lucht: een slechte warmtegeleider

Het warmteverlies door ruiten kun je tegengaan door dubbelglas aan te brengen. Zoals de naam al zegt zitten in ruiten van dubbelglas twee lagen glas. Tussen deze twee lagen glas bevindt zich lucht.
Stilstaande lucht geleidt de warmte slecht, waardoor het warmteverlies naar buiten wordt beperkt.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goede en slechte warmtegeleiders in de keuken.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is warmtegeleiding?
A
Warmte verplaatst zich MET de stof
B
Warmte verplaatst zich ZONDER hulp van stof
C
Warmte verplaatst zich DOOR de stof

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Metalen zijn goede warmte geleiders?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de winter voelt het metaal van een fiets kouder aan dan de kunststof handvatten. Hoe komt dat?
A
Metaal is een betere warmte geleider dan kunststof
B
Metaal is een slechtere warmte geleider dan kunststof

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorm van warmtetransport die plaatsvindt in vaste stoffen zoals metalen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Warmte verplaatsing door Straling

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport door straling

Op de volgende figuur staat een foto van een zonnehuis.

De zon levert een groot deel van de warmte die voor het verwarmen van zo’n huis nodig is. Alleen op echt heel koude dagen moet je de cv-ketel inschakelen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Figuur 1: Zonnehuizen hebben veel ramen aan de zuidzijde.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Straling
  • Warmte verplaatsing door straling.
    Als deze straling door een voorwerp wordt geabsorbeerd wordt dit voorwerp warm.

  • Er is geen tussenstof nodig.

  • Het kampvuur zendt zichtbare warmtestraling (licht) en onzichtbare warmtestaling (infraroodstraling) uit. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Straling
Het zilverfolie weerkaatst de
straling waardoor de warmte bij
de kampeerder blijft.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Straling
Elk voorwerp zendt straling uit.
Des te hoger de temperatuur van
het voorwerp des te hoger de stralingsenergie van de
uitgezonden straling. 


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De tegels van de badkamer voelen koud aan als je er met je blote voeten op gaat staan.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je zit naast een kampvuur en voelt de warmte op je gezicht.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Via de golfstroom komt veel warm zeewater van de evenaar naar de noordzee.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4.5 Warmte verplaatsing door Stroming



Warmte verplaatsing door Stroming

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroming
  • Warmte verplaatst zich door de beweging van een gas of vloeistof.

  • Een warme vloeistof of gas is lichter waardoor het opstijgt.
Het water zorgt ervoor dat elk deel van het eten in contact komt met de warmte, terwijl het tegelijkertijd voorkomt dat het eten te heet wordt op 1 plek en daardoor zal verbranden.

Slide 28 - Diapositive

Demo kaliumpermanganaat laten zien.
Welke bewering is waar?
A
Als lucht warmer wordt, krimpt de lucht en stroomt omhoog
B
Als lucht warmer wordt, krimpt de lucht en stroomt omlaag
C
Als lucht warmer wordt, zet de lucht uit en stroomt omhoog
D
Als lucht warmer wordt, zet de lucht uit en stroomt omlaag

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwarmen door stroming en straling

Radiatoren verwarmen een kamer zowel door stroming (50 tot 70%) als door straling (30 tot 50%).
 Zie figuur 3.
Warmtestroming en warmtestraling bij een radiator. 


Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom worden radiatoren niet bij het plafond opgehangen?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Isoleren
Isoleren heeft te maken met het voorkomen dat warmte zich kan verplaatsen van een plaats met een hoge temperatuur naar een plaats met een lagere temperatuur.

Elke manier van warmte transport heeft zijn eigen aanpak nodig om de verplaatsing van warmte te voorkomen.
(voorkomen van warmtetransport)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Draag geen zwart

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stilstaande lucht

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions