3. Start Natuurlandschappen

Vandaag...
Bespreken proefwerk
Start nieuw hoofdstuk (H3 Klimaten)
Zelf werken

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vandaag...
Bespreken proefwerk
Start nieuw hoofdstuk (H3 Klimaten)
Zelf werken

Slide 1 - Diapositive

Proefwerk bespreken
Tel je punten goed na
Stel vragen als jij vindt dat je het antwoord tóch goed hebt maar het is fout gerekend
Bereken je cijfer nog een keer:
jouw aantal punten : 47 * 9 + 1 = jouw cijfer
 


Slide 2 - Diapositive

Klimaat en landschapszones
Waar wonen mensen op aarde en waarom wonen ze daar?
Dat heeft te maken met het klimaat en het landschap dat daarbij hoort.

Slide 3 - Diapositive

Natuurlandschappen
Temperatuur, neerslag en wind hebben veel invloed op de natuurlandschappen. 
Je kunt dus zeggen dat het klimaat de plantengroei in een gebied bepaalt.

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je al?
Er volgen nu 10 vragen om te kijken wat je eigenlijk al weet over de verschillende natuurlandschappen.
Voor elke vraag heb je 20 seconden de tijd!

Slide 5 - Diapositive

Tropisch regenwouden liggen vlakbij de evenaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

In poolgebieden vriest het altijd, zomer en winter, dag en nacht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

In woestijnen is het altijd superheet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

In een woestijn groeit niets.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

In poolgebieden vind je naaldbossen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Tropische regenwouden hebben een droge tijd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Ontbossing is het grootste gevaar voor de tropische regenwouden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Op savannes heb je een regentijd en een droge tijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

In tropische regenwouden valt weinig regen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

In poolgebieden komt in de zomer de temperatuur vaak boven de 15 graden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Noem de klimaten
die je kent

Slide 16 - Carte mentale

Doelen:
Je kan uitleggen wat het verschil tussen weer en klimaat is
Je kan drie klimaten noemen die op aarde voorkomen.
Je begrijpt welke invloed breedteligging heeft op klimaten en kan dit uitleggen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Hoe herken je klimaten?
- je kijkt naar de plantengroei (vegetatie)
- het klimaat bepaalt grotendeels hoe het landschap eruit ziet
- je kijkt naar de klimaatgrafiek

Even oefenen: je ziet steeds een foto met van  een landschap. Jij moet het klimaat bepalen.

Slide 20 - Diapositive


A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 21 - Quiz


A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 22 - Quiz


A
Poolklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Aarde en klimaatgrafieken

Slide 27 - Diapositive

Aarde en klimaatgrafieken

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag
Plaatsbepaling op aarde opdr. 1 en 5 (blz 70 en 71 wb)

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo