T4 GL chapitre 9D + exid 3

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bienvenue!

à la classe de français

Mettez-vous en groupes

français

néerlandais

objectifs du cours

• je peux faire une réservation
• je peux faire des phrases correctes
• je connais les mots de 1A et B
• je comprend le grammaire de 1C (avoir et être)
• je connais les phrases d'examenidioom unité 3

Maintenant ...

... prend ton cahier ou fais un document pour les notes

La compétition entre les groupes

Maak zoveel mogelijk goede zinnen (groepje)

• gebruik GL chapitre 9, AB
• gebruik in minstens 1 zin een vorm van het werkwoord 'être'
• gebruik in minstens 1 zin een vorm van het werkwoord 'avoir'
• gebruik in minstens 1 zin een ontkenning

schrijf de zinnen op het papier

Verbeter de zinnen van de andere groep

• gebruik GL chapitre 9, AB
  
• gebruik in minstens 1 zin een vorm van het werkwoord 'être'
  
• gebruik in minstens 1 zin een vorm van het werkwoord 'avoir'
  
• gebruik in minstens 1 zin een ontkenning

geef je A4 door naar achteren

Vul je beste zin in (score 2-4-6-8-10)

Woordjes/ zinnen 9AB

exigeant(e)

1. toch
2. rustig
3. veeleisend
4. duur

le séjour, uitkiezen, aussi

1. het uitzicht, détester, ook
2. het verblijf, sélectionner, ook
3. het verblijf, détester, maar
4. het uitzicht, sélectionner, maar

zinnen examenidioom unité 3

Ma mère cuisine toujours, mon père jamais

1. Mijn moeder wil altijd een goede keuken, mijn vader niet
2. Mijn moeder kookt altijd, mijn vader soms
3. Mijn moeder wil een nieuwe keuken, mijn vader ook
4. Mijn moeder kookt altijd, mijn vader nooit

Je peux goûter ta glace?

1. Mag ik jouw glas gebruiken?
2. Kan ik jouw glas breken?
3. Mag ik je ijsje eens proeven?
4. Kan ik jou een ijsje geven?

Le marchand de légumes vend aussi des bananes

1. De groenteman verkoopt ook bananen
2. Op de markt koop je groente en bananen
3. De groenteman lijkt op een banaan
4. Ik koop alleen groente, geen bananen

Je mag terug naar je eigen plek

 9D. Zoek jouw antwoorden op de volgende vragen 

(schrijf vraag én antwoord in je schrift)

1. Bonjour. Je peux vous aider?
2. C'est pour quand?
3. C'est pour combien de personnes?
4. Ça coûte .... euros. C'est à quel nom?
5. Très bien. Merci et bonne journée

bedenk zelf wat je wilt reserveren (zoek nog even de typen overnachtingen op), wanneer, met hoeveel personen en hoeveel het kost

Geef antwoord op de vraag:

1. Bonjour. Je peux vous aider?
   
2. C'est pour quand?
   
3. C'est pour combien de personnes?
   
4. Ça coûte .... euros. C'est à quel nom?
   
5. Très bien. Merci et bonne journée

houd je schrift erbij

Speeddaten 

(degene die richting het bord zit, stelt de vragen, de ander antwoordt)

1. Bonjour. Je peux vous aider?
   
2. C'est pour quand?
   
3. C'est pour combien de personnes?
   
4. Ça coûte .... euros. C'est à quel nom?
   
5. Très bien. Merci et bonne journée

houd je schrift erbij

open je licentie: chapitre 9D 

Maken: 

chapitre 9D, exercice 16, 17, 18 (oortjes!). Gebruik ook 'naslag', 'ebook', en 'pdf'

Leren: 

• Slim stampen of Quizlet chapitre 9ABCD 
• leren examenidioom unité 3

Werk in stilte, 

zodat iedereen zich kan concentreren

objectifs du cours

• je peux faire une réservation
• je peux faire des phrases correctes
• je connais les mots de 1A et B
• je comprend le grammaire de 1C (avoir et être)
• je connais les phrases d'examenidioom unité 3

inlogcode Quizlet

https://quizlet.com/join/yz29bNyay 

Of:

zoek nhakvoort/klassen/T4

Bonjour, je peux vous aider?

C'est pour quand?

Désolé, nous n'avons plus de place. Vous voulez réserver pour une autre date?

(zeg dat je wilt reserveren)

(geef aan voor welke periode)

Oui, d'accord. (zeg voor welke periode)