Veilig internetten: ken jij de gevaren?

Veilig internetten: ken jij de gevaren?

Leerdoel

Aan het einde van de les weten de leerlingen wat de gevaren zijn van het internet en hoe zij zichzelf hiertegen kunnen beschermen.

Leg de leerdoel uit en maak het belang van veilig internetten duidelijk.

Wat weet jij al over de gevaren van het internet?

Wat is internet?

Internet is een wereldwijd netwerk van computers, tablets, smartphones en andere apparaten die met elkaar verbonden zijn.

Weetje: 29 oktober 1969 werd het eerste bericht via internet gestuurd. 

Leg kort uit wat internet is en hoe het werkt.

De gevaren van het internet

Er zijn veel gevaren op het internet, zoals cyberpesten, hackers, phishing en sexting.

Beschrijf de gevaren van het internet en geef voorbeelden.

Cyberpesten

Cyberpesten is het pesten van iemand via internet of sociale media. Het kan leiden tot depressie en angststoornissen.

Maar waarom doen mensen het dan?

Leg uit wat cyberpesten is en geef voorbeelden. Bespreek de gevolgen van cyberpesten.

Hackers

Hackers zijn mensen die proberen in te breken in computersystemen om informatie te stelen of schade aan te richten.

Leg uit wat hackers zijn en geef voorbeelden. Bespreek de gevolgen van hacking.

Phishing

Phishing is een manier om via internet persoonlijke informatie te stelen, bijvoorbeeld door nepmails of nepwebsites.

Leg uit wat phishing is en geef voorbeelden. Bespreek hoe leerlingen phishing kunnen herkennen en voorkomen.

Sexting

Sexting is het versturen van seksueel getinte berichten, foto's of video's via internet of sociale media. Dit kan leiden tot verspreiding van de beelden en ernstige gevolgen hebben.

Leg uit wat sexting is en geef voorbeelden. Bespreek de gevolgen van sexting en hoe leerlingen dit kunnen voorkomen.

Hoe bescherm je jezelf?

Je kunt jezelf beschermen door voorzichtig om te gaan met persoonlijke informatie, sterke wachtwoorden te gebruiken en antivirussoftware te installeren.

Geef tips over hoe leerlingen zichzelf kunnen beschermen tegen de gevaren van het internet.

Opdracht: herken de gevaren

Welke gevaren liggen er op de loer?

 Bespreken van de antwoorden klassikaal.

Geef instructies voor de opdracht en leg uit wat de bedoeling is. Geef de groepjes voldoende tijd om de opdracht uit te voeren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.