Pedagogiek periode 2.1 - les 2

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Dagopening

1 Samuël 18 vers 1-9

Lesstof

Boek Pedagogisch werk 1

Thema 16: Werken met de groep

Thema 17: Pesten

Boek Pedagogisch werk 2

Thema 13: Diversiteit

Vorige les

Fasen van groepsvorming

Hoe zat het ook alweer?

Groep wordt samengesteld

Verkennen van de groep

Eigen plek vinden in de groep

Vertrouwen krijgen in elkaar

Harmonie en samenwerking

Afscheid nemen

Voorfase

Oriëntatiefase

Machtsfase

Affectiefase

Autonome fase

Afsluitingsfase

Positieve groep

Een groep waarin het wij-gevoel overheerst

Er is gelijkheid tussen de kinderen, geen overheersing

Elk kind kan zichzelf zijn, er is veiligheid

Bij conflicten willen kinderen er samen uitkomen

Kinderen durven hun gevoelens te uiten

Er is ruimte voor ieders talenten

Rollen in een positieve groep

Rol: favoriete stijl om met anderen om te gaan en samen te werken

Rollen in een positieve groep

Gezagsdrager	Houdt het groepsdoel voor ogen en verwoordt mening van de groep
Sociaal werker	Houdt het welzijn van andere kinderen in de gaten
Organisator	Regelt veel dingen, is vaak de 'leider'
Verkenner	Helpt bij organiseren, is snel enthousiast gemaakt
Volgers	Stimuleren elkaar een bijdrage te leveren
Appellant	Vraagt om zorgzaamheid, bv. ziekte of handicap
Joker	Breekt het ijs, zorgt voor gezelligheid

Negatieve groep

Onderlinge spanningen

Regelmatig conflicten

Kinderen moeten steeds hun plekje in de groep bevechten

Positief ingestelde kinderen durven zich niet te laten zien

Vorming van subgroepen

Moeite om gezamenlijk aan iets te werken

Kwetsbare kinderen hebben het moeilijk

Rollen in de negatieve groep

Beperkt aantal rollen

Machthebber(s)	Heeft geen natuurlijk gezag, maar krijgt leiderschap door anderen zwart te maken
Slachtoffer(s)	Worden door de machthebber(s) buitengesloten
Intrigant(en)	Wil zelf graag de leider zijn, probeert leider te verzwakken
Meelopers	Kijken weg bij pesten of doen mee, durven hun mening niet te geven

Groepsklimaat

De normen en waarden in een groep, hoe kinderen met elkaar omgaan

Groepsnormen

De ongeschreven regels in een groep: dit is hoe wij het doen

Worden bepaald door groepswaarden: zo hoort het

Positieve groepsnormen

Positieve regels die houvast geven en duidelijkheid bieden

Je kunt kinderen erop aanspreken

Je kunt kinderen die positieve normen hebben, inzetten

Kijkopdracht

We bekijken een stukje uit 'Het geheime leven van 4-jarigen'

Wat doet de pedagogisch medewerker om de negatieve sfeer in de groep te doorbreken?

www.npostart.nl

Casus

Schrijf per groepje van 4 een situatie op uit je werk of stage, waarin er onrust was, bv. macht, buitensluiten, ruzie.

Beschrijf de situatie tot het moment dat er ingegrepen werd.

Geef de casus door en schrijf tips bij elkaars casus.