ch1 GL lidwoord + avoir

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

• Voca

Dans ce cours... (In deze les)...

• Article (lidwoord)
• Vocabulaire (woordenschat)

La roue

Welk lidwoord krijgt het zelfstandig naamwoord?

Article défini (bepaald lidwoord)

De/het:

• le > mannelijk
• la > vrouwelijk
• l' > klinker/stomme h
• les > meervoud

la fille

le garçon

l'ami

les amis

Article indéfini (onbepaald lidwoord)

Een =

• un > mannelijk
  
• une > vrouwelijk
  

une fille

un garçon

le

la

l'

les

ami

bus

garçons

ville

fille

hôtel

amies

collège

un

une

photo

touriste

monument

amie

fille

garçon

la fille

1. un fille
2. une fille

un ami

1. le ami
2. la ami
3. l'ami
4. les ami

l'animal

1. un animal
2. une animal

un sport

1. le sport
2. la sport
3. l'sport
4. les sport

Vertaal: een jongen

Vertaal: de vriendin

Vertaal: het land

Vertaal: een middelbare school

Maak het meervoud: la ville

Maak het meervoud: le garcon

Maak het meervoud: l'ami

Tu t'appelles comment?
Beantwoord de vraag in het Frans.
Schijf een zin!

Tu habites où?
Beantwoord de vraag in het Frans.
Schijf een zin!

Tu es sportif?
Beantwoord de vraag in het Frans.
Schijf een zin! Je mag zelf weten wat, als het maar antwoord is op de vraag.

avoir

=

hebben

Avoir: il,elle,on

Avoir: nous

Avoir: vous

Avoir: ils,elles

Avoir: tu

Avoir: j'

avons

ont

ai

avez

as

a

avoir: je ......

Avoir: il ....

Wat betekent "avoir"?