Opgaves ideeen

• Techniek
• MBO
• Studiejaar 3

Hoe lopen de veldlijnen

1. Van zuid naar noord
2. Van noord naar zuid

Waar kunnen we het magnetisme mee vergroten.
meerdere antwoorden

1. Stroom verhogen
2. Meer windingen
3. zacht staal
4. permanent magneet

Bij wisselstroom blijven de polen van het magnetisch veld gelijk.

1. juist
2. onjuist

Het magnetisch veld van een elektromagneet is het sterkst op wisselstroom.

1. juist
2. onjuist

Een ijzeren kern in de spoel versterkt het magnetisch veld van de elektromagneet.

1. juist
2. onjuist

Door het aansluiten van de weerstand neemt de stroomsterke af. Wat is dus het gevolg van het aansluiten van de weerstand?

1. Er is een lager spanningsverschil op de batterij.
2. Er stromen meer elektronen naar de lamp.
3. Er stromen minder elektronen naar de lamp.

Hiernaast staan 3 beschrijvingen van een magneet. Magneet ....... is het sterkst, want..........................................................

9

Hoe lopen de veldlijnen boven en onder
Twee antwoorden

1. boven van links naar rechts
2. boven van rechts naar links
3. onder van rechts naar links
4. onder van links naar rechts

Oefenopdracht:
Een vierkante draadspoel met honderd windingen met zijde l =5,00 cm en een totale weerstand van 100 ohm, wordt loodrecht op een homogeen magnetisch veld van 0,600 T geplaatst, zie de afbeelding hiernaast. Deze spoel wordt met constante snelheid in 0,100 s naar rechts getrokken, waar het magneetveld gelijk is aan 0.
A. Bereken de inductiespanning die ontstaat.

Oefenopdracht:

Een vierkante draadspoel met honderd windingen met zijde l = 5,00 cm en een totale weerstand van 100 ohm, wordt loodrecht op een homogeen magnetisch veld van 0,600 T geplaatst, zie de afbeelding hiernaast. Deze spoel wordt met constante snelheid in 0,100 s naar rechts getrokken, waar het magneetveld gelijk is aan 0.

A. Bereken de inductiespanning die ontstaat. Noteer je antwoord hieronder.

Oefenopdracht vervolg:

Een vierkante draadspoel met honderd windingen met zijde l = 5,00 cm en een totale weerstand van 100 ohm, wordt loodrecht op een homogeen magnetisch veld van 0,600 T geplaatst, zie de afbeelding hiernaast. Deze spoel wordt met constante snelheid in 0,100 s naar rechts getrokken, waar het magneetveld gelijk is aan 0.

B. Bereken de inductiestroom. Noteer je antwoord hieronder.

Van magneet 1 is de noordpool rood en de zuidpool wit. Magneet 2 is helemaal blauw.
Hoe kun je erachter komen welke kant van de blauwe magneet de noordpool is?
Schrijf het stap voor stap op.

Wat moet er op de puntjes staan:
Een langere stroomdraad heeft een ... weerstand dan een kortere. Een dikke stroomdraad heeft een ... weerstand dan een dunnere.

1. grotere, grotere
2. grotere, kleinere
3. kleinere, grotere
4. kleinere, kleinere

Als je de weerstand vergroot en de spanning gelijk houdt wordt de stroomsterkte:

1. groter
2. kleiner
3. blijft gelijk

Sleep de namen naar de juiste beschrijving

Laat maar in 1 richting stroom door

Weerstand neemt toe als de temperatuur toeneemt

Weerstand neemt af als de temperatuur toeneemt

Een constante weerstand

Weerstand neemt af als de lichtintensiteit toeneemt

LDR

Ohmse weerstand

NTC

PTC

Diode

Oefenopdracht deel 2:
Een vierkante draadspoel met honderd windingen met zijde l = 5,00 cm en een totale weerstand van 100 ohm, wordt loodrecht op een homogeen magnetisch veld van 0,600 T geplaatst, zie de afbeelding hiernaast. Deze spoel wordt met constante snelheid in 0,100 s naar rechts getrokken, waar het magneetveld gelijk is aan 0.
A. Bereken de inductiespanning die ontstaat. Noteer je antwoord hieronder.

Oefenopdrachtvervolg: 

Een vierkante draadspoel met honderd windingen met zijde l = 5,00 cm en een totale weerstand van 100 ohm, wordt loodrecht op een homogeen magnetisch veld van 0,600 T geplaatst, zie de afbeelding hiernaast. Deze spoel wordt met constante snelheid in 0,100 s naar rechts getrokken, waar het magneetveld gelijk is aan 0.

C. Wat is de richting van de inductiestroom?

1. Linksom
2. Rechtsom

Als je de spanning vergroot en de weerstand gelijk houdt wordt de stroomsterkte:

1. groter
2. kleiner
3. blijft gelijk

Wat moet er zijn zodat er (inductie)spanning ontstaat waardoor de lamp gaat branden? Geef je antwoord in één woord.

Leo sluit een fietsdynamo aan op een platte batterij. Hij draait aan het wieltje van de dynamo. Het wieltje draait erg zwaar.
Hoe komt het dat het wieltje van de dynamo zo zwaar draait?

De algemene regels van de gemeente Veldhoven zijn te vinden in een:

1. beschikking
2. verordening

Opgave 2

Stel vergelijkingen op voor de stromen I1 en I2

Opgave 3

Vervang U1 en U2 door stroombronnen en bereken de klemspanning.

De algemene regels van de gemeente Veldhoven zijn te vinden in een:

1. beschikking
2. verordening

Opgave 3

Bereken de onbelaste klemspanning.

Opgave 1

Stel een vergelijking op voor de stroom I en bereken de stroom I.