Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Oefentoets H2
Slide 1 - Diapositive
Bekijk de figuur hiernaast. Wat stelt de rode lijn voor op de globe?
A
Een breedtecirkel
B
De evenaar
C
een Poolcirkel
D
een meridiaan
Slide 2 - Quiz
Bekijk de figuur hiernaast. Welk seizoen is het op het noordelijk halfrond?
A
Voorjaar
B
Najaar
C
Zomer
D
Winter
Slide 3 - Quiz
In welke stad is het ’s avonds het eerst donker?
A
Mexico-Stad
B
New York
C
Los Angeles
D
Chicago
Slide 4 - Quiz
Een stad ligt op 30° NB en 31° OL. Welke van de volgende steden is dat?
A
Kaapstad
B
Los Angeles
C
Caïro
D
Buenos Aires
Slide 5 - Quiz
Welke coördinaten horen bij Berlijn
A
21° NB/ 97° OL
B
52° NB/ 13° OL
C
21° NB/ 97° WL
D
52° NB/ 13° WL
Slide 6 - Quiz
Op het strand is zojuist de laagste waterstand bij eb bereikt. Hoe lang duurt het voordat de hoogste waterstand bij vloed wordt bereikt?
A
24 uur
B
18 uur
C
12 uur
D
6 uur
Slide 7 - Quiz
Op de kaart zie je de locaties van alle aardbevingen in de 20e eeuw in een deel van de wereld. Waar vallen de locaties van de aardbevingen vooral mee samen?
A
Met de sterke zeestromen in de oceaan.
B
Met gebieden waar veel tsunami´s optreden.
C
Met de ligging van vulkanische eilanden.
D
Met de randen van de aardplaten.
Slide 8 - Quiz
Wat zijn de drie hoofdsoorten van gesteenten op aarde?
Hoe is het verschil in vorm tussen stratovulkanen (kegelvulkanen) en schildvulkanen te verklaren?
A
Kegelvulkanen zijn veel jonger.
B
Schildvulkanen zijn meer aan erosie onderhevig geweest.
C
Kegelvulkanen hebben veel stroperige lava.
D
Kegelvulkanen hebben hevige uitbarstingen.
Slide 10 - Quiz
Twee leerlingen praten over vulkanen en aardbevingen. Wie heeft er gelijk? Hamide: 'De aardkorst beweegt langs breuklijnen tussen aardplaten.' Charissa: 'Waar vulkanen voorkomen, zijn ook meestal aardbevingen.'
A
Hamide
B
Charissa
C
Beiden hebben gelijk
D
Niemand heeft gelijk
Slide 11 - Quiz
Wat is nodig voor subductie?
A
Divergente oceanische platen
B
convergente oceanische en continentale plaat
C
convergente continentale platen
D
divergente oceanische en continentale plaat
Slide 12 - Quiz
Stenen verweren als gevolg van:
A
een groot temperatuurverschil tussen de dag en de nacht
B
lage temperaturen s' nachts
C
hoge temperaturen overdag
Slide 13 - Quiz
In welke richting zal de rivier de Adige tussen Merano (rode pijl) en Bolzano vooral stromen?