Beeldende begrippen

Begrippenlijst
Een kort overzicht van de meest belangrijke (beeldende) begrippen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Kunstzinnige oriëntatieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Begrippenlijst
Een kort overzicht van de meest belangrijke (beeldende) begrippen

Slide 1 - Diapositive

(hoofd)beeldende begrippen
  1. Algemeen
  2. Materiaal
  3. Techniek
  4. Voorstelling
  5. Grafisch
  6. "Beeldaspecten" => Vorm, Licht, Ordening, Ruimte, Kleur

Slide 2 - Diapositive

Voorbeelden
We gaan van alle " soorten" begrippen een paar voorbeelden bekijken.
Daarbij wordt van je gevraagd om in te loggen en de vragen te beantwoorden.

Slide 3 - Diapositive

Wat is architectuur?
A
een bestuurder
B
huizen
C
Alles wat gebouwd is
D
Alles wat van steen is

Slide 4 - Quiz

De afbeelding links is een voorbeeld van
A
een studieblad
B
een schilderij
C
een aquarel
D
een uitgewerkte tekening

Slide 5 - Quiz

Voorstelling is
A
Een toneelstuk
B
dat wat je ziet
C
een grapje
D
iemand voorstellen

Slide 6 - Quiz

Dit schilderij is:
A
non-figuratief
B
abstract
C
tussenvorm tussen figuratief en abstract
D
figuratief

Slide 7 - Quiz

Typografie is
A
letterzetten
B
vormgeving van tekst en letters
C
illustreren
D
een cursieve letter

Slide 8 - Quiz

Structuur is
A
oppervlakte
B
opbouw of samenstelling
C
constructie
D
patroon

Slide 9 - Quiz

Hiernaast zie je
A
een kleur tegen kleur contrast
B
twee primaire kleuren
C
twee secundaire kleuren
D
een complementair kleurcontrast

Slide 10 - Quiz

In het schilderij hiernaast worden de volgende kleuren gebruikt
A
verhelderde kleuren
B
verdonkerde kleuren
C
zuivere kleuren
D
verhelderde en verdonkerde kleuren

Slide 11 - Quiz

Hiernaast is er sprake van:
A
Groot kleurcontrast
B
gebruik van keuren uit een kleurfamilie
C
gebruik van warme kleuren
D
grote tooncontrasten

Slide 12 - Quiz

Wat is een silhouet?
A
Schaduw die ontstaat bij tegenlicht
B
een zwarte vorm
C
Een angstaanjagende figuur
D
een zijaanzicht

Slide 13 - Quiz

Hiernaast ontstaat de suggestie van ruimte door:
A
lijnperspectief
B
de voorstelling
C
licht-donker
D
groot <=> klein

Slide 14 - Quiz

Hier wordt de ruimte voornamelijk gesuggereerd door:
A
afsnijding
B
lijnperspectief
C
standpunt
D
atmosferisch perspectief

Slide 15 - Quiz

Beeldende middelen:Dat zijn middelen waarmee een beeld zijn uiteindelijke zichtbare uiterlijk krijgt.
Men onderscheidt 2 hoofdgroepen:
1 Het materiaal en hanteringwijze
2 de beeldende aspecten (of vormgevingsaspecten), zoals vorm, lichtval, kleur, ruimte en compositie.

Slide 16 - Diapositive

Verf is :
A
Een beeld aspect
B
Een beeldend middel
C
Onderdeel van de compositie
D
Een vormgevings- aspect

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

de vorige 2 afbeeldingen waren voorbeelden van:
A
centraal compositie met bewegings compositie
B
Centraal compositie met driehoeks compositie
C
centraal compositie met diagonaal compositie
D
Bewegings met over all compositie

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo