Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
wat gaan we doen?
een stukje herhaling
uitleg 8.1 en 8.2
HW K 1 t/m 5,9,10,11,14
Slide 2 - Diapositive
Met welk gevoel ga ik deze les in?
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Sondage
Hint
Denk aan de opdracht van de Mc Donald's. wat moest je ook alweer uitrekenen en hoe deed je dit?
timer
2:00
welke kostsoorten van H-7 ken je nog
Slide 4 - Carte mentale
Slide 5 - Diapositive
Directe kosten
kosten waarvan je precies kan weet voor welk product ze gemaakt zijn.
Indirecte kosten
kosten die niet direct toe te wijzen zijn aan een product
Slide 6 - Diapositive
homogene en heterogene productie
homogene productie
1 product in grote hoeveelheden
alle kosten hebben te maken met dat product
kosten zijn directe kosten
Slide 7 - Diapositive
homogene en heterogene productie
heterogene productie
productie van verschillende producten
niet alle kosten zijn direct toe te wijzen aan een product
kosten zijn directe of indirect
Slide 8 - Diapositive
timer
2:00
Noem twee voorbeelden van directe kosten (twee minuten)
Slide 9 - Carte mentale
timer
2:00
Noem twee voorbeelden van indirecte kosten (twee minuten)
Slide 10 - Carte mentale
primitieve opslagmethode
Percentage van de inkoopwaarde = Totale indirecte kosten / totale directe kosten x 100
Percentage van de directe loonkosten = Totale indirecte kosten / directe loonkosten x 100
Percentage van de totale directe kosten = Totale indirecte kosten / totaal van alle directe kosten x 100
Slide 11 - Diapositive
Kostprijs berekenen
Kostprijs = directe kosten + (directe materiaalkosten x opslagpercentage)
Kostprijs = directe kosten + (directe loonkosten x opslagpercentage)
Kostprijs = directe kosten + (directe totale kosten x opslagpercentage)
Slide 12 - Diapositive
• Het totale directe materiaalverbruik is € 100.000. • De totale directe loonkosten bedragen € 120.000. • De totale indirecte kosten zijn € 60.000. Bereken het opslagpercentage om de indirecte kosten te dekken als die worden uitgedrukt in een percentage van de directe materiaalkosten.
Slide 13 - Question ouverte
In een product zit voor € 22 aan materiaal en € 27,50 aan loonkosten.
Bereken de kostprijs waarbij je een opslagpercentage voor indirecte kosten hanteert uitgedrukt in een percentage van de totale directe materiaalkosten.
Slide 14 - Question ouverte
Met de primitieve opslagmethode...
A
deel je de indirecte kosten toe aan een product via 1 opslag
B
deel je de indirecte kosten toe aan een product via meerdere opslagmethoden
Slide 15 - Quiz
Als een onderneming verschillende producten maakt, noemen we dat
A
homogene massaproductie
B
heterogene productie
C
Primitieve methode
Slide 16 - Quiz
volgende keer
maandag:
K 1, 4 en 5 bespreken
dinsdag :
uitleg over
- verfijnde opslagmethode
- opslagmethode bij een dienstverlenende onderneming