Koude Oorlog-start

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

De Koude Oorlog

leerdoel

1)De leerling weet welke landen/stromingen in de koude oorlog tegenover elkaar stonden

2)De leerling kan omschrijven hoe en wanneer de koude oorlog is ontstaan (Jalta)

3)De leerling kent het doel van het Marshalplan

4)De leerling kent het doel van het ijzeren gordijn

Nu nog actueel bijvoorbeeld: rol van de VS in oorlog Oekraine met Rusland 

Verenigde Staten

• Democratie

• Kapitalisme

• Vrijheid

• Verschillen (arm/rijk, blank/zwart)

Sovjet-Unie

Communisme
Dictatuur
Onderdrukking
Gelijkheid?

Opdracht

Lees de tekst op bladzijde 164+165.

1. Hoe was de verhouding tussen de Sovje-Unie en het Westen in WOII? (leg uit)

2. Wie zijn Stalin, Churchill Roosevelt en Truman?

3. Hoe en waar ontstaat de verdeling tussen Stalin, Churchill en Roosevelt ? Wat verandert er hierna?

Conferentie van Jalta

Februari 1945

Conferentie van Jalta 

Eigen invloedsferen en blijven samenwerken

In Potsdam veranderd dit,  meer wantrouwen en geen samenwerking.

Marshallhulp

Economische steun aan Europa om communisme tegen te gaan. 

Hierdoor staat communisme onder druk.

Vraag: Hoe wil de V.S met het Marshallplan het communisme tegengaan (bladzijde 166)

ijzeren gordijn

Grens tussen kapitalistische westen en communistische oosten. Verdeling West- en Oost-Europa.

NAVO:  bondgenootschap tussen VS, Canada en aantal Europese lidstaten

Warschaupact: bondgenootschap tussen Sovjet-Unie en oostbloklanden

Kenmerken van de Koude Oorlog (1)

• Koude/kille relatie tussen beide landen

• Geen echte oorlog tussen beide landen

• Wel oorlog tussen sommige van hun bondgenoten

• Grote spanningen en angst in de wereld

Kenmerken van de Koude Oorlog (2)

• Beide landen hebben veel kernwapens
  

• Er ontstaat een wapenwedloop

• Beide landen geloven in hun eigen (economische) systeem

• Beide landen willen hun eigen systeem in de wereld verspreiden

leerdoel

1)De leerling weet welke landen/stromingen in de koude oorlog tegenover elkaar stonden

2)De leerling kan omschrijven hoe en wanneer de koude oorlog is ontstaan (Jalta)

3)De leerling kent het doel van het marshalplan

4)De leerling kent het doel van het ijzeren gordijn