6.4 Nederland na de Koude oorlog 2/2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

6.4 Nederland na de Koude Oorlog

Wat kenmerkt de Nederlandse samenleving na 1980?

Deze les

• Huiswerk nabespreken
• Uitleg tweede deel paragraaf 6.4
• Zelfstandig werken  

Huiswerk nabespreken

Opdracht 3 en 5 (blz. 172)

Populisme

• In de jaren '90 verliezen mensen het vertrouwen in de politiek.
• De politiek ontkent de problemen tussen de Nederlanders en de migranten.

                    Opkomst populistische partijen.

• Populistische leiders zeggen te doen wat het volk wil, want ‘het volk heeft altijd gelijk’. Lastig is dat wat het volk wil, niet altijd kán. 

Wie zien we hier? Link naar excursie Den Haag

Pim Fortuyn

•  Leider van een populistische partij
• Hij is negatief over de islam. Hij zegt dat hij het opneemt voor de 'gewone' mensen
•  Fortuyn word erg snel populair maar word in 2002 vermoord; vlak voor de verkiezingen

Vanaf 1:30

De Nederlandse identiteit

Wie zijn de Nederlanders? En wat is 'onze cultuur' en 'onze geschiedenis'?

              Discussie, gevormd door twee ontwikkelingen:

1.  Internet, iedereen kan zijn of haar mening geven. Wat is belangrijk in die oceaan van informatie?

2. Globalisering, landen komen met elkaar in contact en gaan steeds meer op elkaar lijken

Wat past het best bij het populisme?

1. Samenwerken met de politiek
2. Afzetten tegen de politiek

Wat was een oorzaak voor de opkomst van het populisme?

1. Er was grote tevredenheid over de politiek
2. Beatrix kwam op de troon
3. De politiek deed weinig aan bepaalde problemen
4. Negatief beeld over allochtonen

Welke ontwikkelingen zorgden voor een discussie over de Nederlandse identiteit?

1. Terrorisme
2. Globalisering
3. Economische crisis jaren '80
4. Komst van het internet

Noem één nadeel van het internet en van globalisering

Nadeel globalisering: elk land kan zich niet meer onderscheiden. Iedereen heeft een iPhone of een McDonalds. 60 jaar terug met de verzuiling had elke groep/zuil wel hun eigen 'wereldje' met regels en gewoonten die niet overal hetzelfde waren. Zij voelden zich gebonden aan hun zuil.

Aan de slag!

Opdracht 8 en 9 op blz. 173