sondevoeding toedienen

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

waarom ga je sondevoeding geven en wie komt hiervoor in aanmerking?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

contra indicaties
vergroeiingen of ruimte innemende processen in neus/ keel /slokdarm /maag.
afsluiting maag/darmkanaal die niet binnen 7 dagen verholpen kunnen worden.
ontbrekende stollingsfactoren.
post operatieve fase na keel/maag/ slokdarm hoofdhals operatie.
aangezichtstrauma.
schedelbasisfractuur.

Slide 5 - Diapositive

Wat is een aspiratiepneumonie
A
Op de juiste manier slikken na het krijgen van sondevoeding
B
Een longontsteking ten gevolge van verslikken
C
Een slikfunctie test
D
Een ontsteking van de maag

Slide 6 - Quiz

welke soort voedingssondes zijn er?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Diapositive

Wat is een PEG-sonde?
A
een sonde die via de neus naar de dunne darm gaat
B
een sonde die via de buikwand naar de maag gaat
C
een sonde die via de buikwand naar de dunne darm gaat
D
een sonde die via de neus naar de dikke darm gaat

Slide 24 - Quiz

Bij een pH lager dan of gelijk aan …... ligt de sonde waarschijnlijkheid in de maag.
A
4,5 pH
B
5,5 pH
C
6,5 pH
D
7 pH

Slide 25 - Quiz

Wanneer moet je de ligging van de sonde controleren met de pH-strip
A
Elke keer als je nieuwe voeding aanhangt
B
Iedere 24 uur
C
Als je twijfelt aan de ligging van de sonde
D
Als de cliënt flink heeft moeten hoesten of braken

Slide 26 - Quiz

Een sonde via de neus, door de keel, slokdarm en maag die eindigt in de duodenum.
Welke sonde wordt hier omschreven?

A
Jejunumsonde
B
PEG-sonde
C
PEJ-sonde
D
Duodenumsonde

Slide 27 - Quiz

Controleer vooraf
- Soort voeding
- Manier van geven en hoeveelheid
- Visuele controle: keelholte, markeringspunt, fixatiepleister

Slide 28 - Diapositive

Voeding toedienen
- Sonde doorspuiten met 20-30 ml water
- Voeding op kamertemperatuur (koud zorgt voor kramp!)
- Verschillende soorten voeding: Polymere voeding, Oligomere voeding en monomere voeding, energieverrijkt, vezelrijk. 
- Medicatie kan ook via de sonde

Slide 29 - Diapositive

Medicatie via de sonde
Waar let je op?
- Op het recept aangeven dat het medicatie via sonde betreft, apotheek zorgt voor juiste toedieningsvorm.
- Geen gecoate medicijnen fijnmalen tenzij apotheek aangeeft dat dit kan.
- Sonde altijd naspoelen met lauw water i.v.m verstoppen

Slide 30 - Diapositive

Wat zijn voordelen van een PEG-sonde?
A
Geeft geen irritatie aan neus/keel/slokdarm
B
Minder besef van aanwezigheid van de sonde
C
Kan door een verzorgende worden ingebracht
D
Alle gegeven antwoorden zijn juist

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Vragen?
vragen?

Slide 33 - Diapositive