Linking words H4

Linking words
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Linking words

Slide 1 - Diapositive

- Ken de signaalwoorden

-Ken je woordjes

- Ken de vraagsoorten

- Oefenen, oefenen, oefenen

Slide 2 - Diapositive

Signaalwoorden
Zorg dat je:
A) signaalwoorden herkent
B) Weet welk verband ze aangeven
C) Hoe je ze in een zin gebruikt
D) LEER JE SIGNAALWOORDEN!!!!!

Slide 3 - Diapositive

Signaalwoorden

Slide 4 - Diapositive

Welke Engelse signaalwoorden
ken je al? Noteer 3 woorden.

Slide 5 - Carte mentale

Signaalwoorden
Reden / oorzaak

Slide 6 - Diapositive

Signaalwoorden
Tegenstelling

Slide 7 - Diapositive

Signaalwoorden
Vergelijking

Slide 8 - Diapositive

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 9 - Quiz

Welk signaal woord in de tekst geeft een tegenstelling aan?

Slide 10 - Question ouverte

Which one is not a linking word?
A
because
B
article
C
therefore
D
as a result

Slide 11 - Quiz

Which linking word means "echter"?
A
Therefore
B
Because
C
However
D
Moreover

Slide 12 - Quiz

Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
until
B
because
C
before
D
but

Slide 13 - Quiz

Welke van deze is GEEN linking word van tegenstelling?
A
even so,
B
however,
C
consequently
D
despite

Slide 14 - Quiz

What linking word shows a cause?
A
Despite
B
So
C
However
D
For

Slide 15 - Quiz

What linking words show a comparison?
A
as well as
B
likewise
C
if
D
also

Slide 16 - Quiz

Welke van de volgende 'linking words' geeft een tegenargument aan?
A
until
B
because
C
before
D
but

Slide 17 - Quiz

linking word
Welke is GEEN tegenstelling?
A
but
B
instead
C
as a result
D
whereas

Slide 18 - Quiz

Linking word to show: CAUSE
A
importantly
B
that's why
C
nonetheless
D
finally

Slide 19 - Quiz

Which linking word contradiction (tegenstelling)?
A
still
B
though
C
because
D
so as to

Slide 20 - Quiz

Welke 'linking words' gebruik je om een voorbeeld te geven?
A
However
B
For example
C
Next
D
Such as

Slide 21 - Quiz

Welk linking word gebruik je om een tegenstelling aan te geven?
A
besides
B
such as
C
consequently
D
by contrast

Slide 22 - Quiz

Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
so
B
because
C
and
D
but

Slide 23 - Quiz

Any questions left?

Slide 24 - Carte mentale