Herhaling 5.1 t/m 5.3

Herhaling 5.1 t/m 5.3
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 5.1 t/m 5.3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huid 
De huid bestaat uit 3 lagen:
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuidsbindweefsel.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.

Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.

Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.

Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.

Slide 3 - Diapositive

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
wat zijn de functies van de huid?
  1. Beschermt het lichaam
  2. Neemt de omgeving waar
  3. Helpt je temperatuur te regelen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur regeling

Wanneer je het warm hebt:

  • bloedvaten worden wijder
  • zweetklieren produceren meer zweet
  • De huid wordt rood

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.2 Indringers
Wat leeft er op je huid?

  • Micro-organismen > niet met blote oog zichtbaar > bacteriën en schimmels
  • Huidflora > miljarden bacteriën op je huid
    - Blijvende bacteriën > bacteriën altijd op de huid > hierdoor geen plaats voor ziekmakende bacteriën > blijvende huidflora beschermd tegen infecties 
    - Tijdelijke bacteriën > ‘nieuwe’ bacteriën op huid > tijdelijke huidflora
    - bijvoorbeeld op plaatsen waar veel huidschilfers en afvalstoffen uit zweet zitten (oksels)
    - kunnen ziekteverwekkende bacteriën zijn en infecties veroorzaken
  • Hygiëne > verspreiding van ziekteverwekkers tegen gaan
    - wassen verwijderd tijdelijke huidflora & desinfecterende zeep doodt bacteriën


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuttige & schadelijke indringers
Nuttige bacteriën:
- gezond
- vertering

Nuttige schimmels:
- voedsel


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuttige & schadelijke indringers
Schadelijke bacteriën en schimmels:
- ziek door voedselbederf
- ziek door infectie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.2 Indringers
Hoe krijg je puistjes?

  • Acne
    - Huid maakt in puberteit extra talg aan
    - Talg > een vettige stof, beschermt je huid tegen uitdroging
    - Te veel talg kan zorgen voor jeugdpuistjes (acne)
  • Ontstaan
    - Talg komt via poriën naar buiten (kleine gaatjes in de huid)
    - Talgklieren maken extra veel talg aan
    - Door te veel talg raken poriën verstopt, zwarte puntjes zijn mee-eters
    - in de verstopte porie groeien bacteriën, porie gaat ontsteken, er ontstaat een puistje



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.2 Indringers
Hoe krijg je voetschimmel en wratten?

  • Huidinfectie > schadelijke ‘indringer’ in de huid

  • Voetschimmel > ook wel zwemmerseczeem genoemd
    - Sommige schimmels tasten de hoornlaag van de huid aan
    - makkelijk op te lopen op vochtige plaatsen (zwembad, douche)
    - goed drogen tussen de tenen kan voetschimmel voorkomen




Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.2 Indringers


  • Wratten > infectie met het wrattenvirus
    - de virussen dringen de cellen van de kiemlaag binnen, deze cellen gaan extra snel delen > een ophoping van cellen ontstaat
    - wratten verdwijnen als het lichaam het virus vernietigt
    - je kunt wratten ook laten behandelen bij de huisarts



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.3 Infectieziekten
Virus of bacterie soms schimmel
Gebruik je antibiotica dat werkt alleen tegen bacteriën

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.3 Infectieziekten
Hoe verloopt een infectieziekte?

  1. Besmetting / infectie > ziekteverwekker dringt in je lichaam
  2. Incubatietijd > eerst merk je nog niets, ziekteverwekker vermeerderd zich
  3. Symptomen > als er veel ziekteverwekkers in je lichaam zijn ga je je ziek voelen. Je krijgt symptomen van de ziekte (bijv. hoofdpijn, koorts of vlekjes.)
  4. Diagnose > vaststellen welke ziekte je hebt, dit kun je zien aan de symptomen.
  5. Genezing > door rust en soms medicijnen gaat de ziekte weer over.
    - de ene ziekte duurt langer dan de andere > griep duurt bijv. langer dan verkoudheid en je voelt je ook zieker
    - als er veel mensen tegelijk ziek zijn > epidemie > bijv. corona

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe word je weer beter?
Witte bloedcelen
Vreetcellen
Afweerstoffen maken

Afweerstoffen:
deze stoffen schakelen de ziekteverwekkers uit
Dit noem je antistoffen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak de oefentoets in het boek
Maak slim stampen
Maak oefentoets op Socrative
Roomname: PASTOORS

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions