hv1a Unité 1 - les 10 - 150922
Salut hv1a!
Le 15 septembre, 2022
BIENVENUE!- svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Salut hv1a!
Le 15 septembre, 2022
BIENVENUE!- svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas
Slide 1 - Diapositive
Regels in de klas
- Bij binnenkomst doe je je telefoon in de telefoontas en leg je je boek,
schrift en pen op tafel.
- Telefoon op "stil" in de telefoontas
- Geen oordopjes in de klas.
- "Attention" betekent "let op!", als ik dat zeg ga ik iets uitleggen
en dan zijn jullie stil.
- We hebben respect voor elkaar en luisteren naar elkaar, wil je
iets zeggen dan steek je je vinger op.
Slide 2 - Diapositive
Le but (het doel van deze les)
Na deze les:
- Weet ik hoe het werkt met de lidwoorden in het Frans.
Slide 3 - Diapositive
Le program
- Bonjour! Comment ça va?
- Wat weten jullie nog van de vorige les?
- Gesprekje ex. 15 page 24
- Aantekeningen Unité 1, Verbuga
- Les devoirs (huiswerk) nakijken en noteren voor volgende keer.
- Het lidwoord en il(s)/elle(s).
- On travaille (zelfwerktijd)
- Au revoir!
Slide 4 - Diapositive
Exercice 15 - On va parler!
- Ga naar page 15
Welke antwoorden geven we?
Slide 5 - Diapositive
Exercice 5 - On va parler!
1. Bonjour 2. Salut
3. Ça va? 4. Oui, ça va bien.
5. Comment tu t'appelles? 6. Je m'appelle ........
7. C'est un joli prénom! 8. Merci.
9. Au revoir. 10. Á plus! (Tot later!)
Slide 6 - Diapositive
Les devoirs
- Nakijken: exercice 16A en 16B (page 26)
Slide 7 - Diapositive
Les devoirs voor 16 september 2022
- Maken: ex. 16C en 16D (page 27)
- Leren: apprendre 5 - Grammaire II (page 37, 38) en ga
verder met het schrijven van de woordjes van apprendre 1,2
(page 36), apprendre 4 (page 37) en
apprendre 10 (page 39) zodat je leert het goed
te schrijven en oefenen met Verbuga (être).
Slide 8 - Diapositive
Het lidwoord (de, het, een)
- De lidwoorden "de" en "het" vertaal je met le of la
Mannelijk Vrouwelijk
le garçon la fille
le collège la classe
Slide 9 - Diapositive
Het lidwoord (de, het, een)
- Voor een klinker of stomme h veranderen le en la in l'
l'ami (m) de vriend l'amie (f) de vriendin
l'hôtel (m) het hotel l'adresse (f) het adres
Slide 10 - Diapositive
Het lidwoord (de, het, een)
- Bij meervoud is het lidwoord les
les garçons de jongens
les filles de meisjes
les arbres de bomen
les hôtels de hotels
In het meervoud komt er een s achter het zelfst. naamwoord.
Slide 11 - Diapositive
Het lidwoord (de, het, een)
- Het lidwoord een vertaal je met un of une
Mannelijk Vrouwelijk
un garçon een jongen une fille een meisje
un collège een middelbare school une classe een klas
un hôtel een hotel une adresse een adres
Slide 12 - Diapositive
Het lidwoord (de, het, een)
- Ook bij dingen gebruik je il/ils en elle/elles
Le camping est joli - il est joli.
de camping is mooi - hij is mooi.
Les campings sont jolis - ils sont jolis.
de campings zijn mooi - ze zijn mooi
La chambre est jolie - elle est jolie.
De kamer is mooi - hij is mooi.
Les chambres sont jolies - elles sont jolies.
De kamers zijn mooi - ze zijn mooi.
Slide 13 - Diapositive
On travaille!
- Maken: ex. 16C en 16D (page 27)
- Leren: apprendre 5 - Grammaire II (page 37, 38) en ga
verder met het schrijven van de woordjes van apprendre 1,2
(page 36), apprendre 4 (page 37) en
apprendre 10 (page 39) zodat je leert het goed
te schrijven en oefenen met Verbuga (être).
Slide 14 - Diapositive
Au revoir!
- Wat heb je geleerd vandaag?
- Maken: ex. 16C en 16D (page 27)
- Leren: apprendre 5 - Grammaire II (page 37, 38) en ga
verder met het schrijven van de woordjes van apprendre 1,2
(page 36), apprendre 4 (page 37) en
apprendre 10 (page 39) zodat je leert het goed
te schrijven en oefenen met Verbuga (être).
