Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Spelling A: Meervoudsvorming
Slide 1 - Diapositive
Huiswerk bespreken
Het huiswerk was:
3A: Een tweede taal vergroot je wereld, blz. 44
Leren: HB blz. 24-25
Maken: opdr. 4 t/m 9
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wie van jullie speelt wel eens een game, kijkt YouTube-video's of gebruikt sociale media?
Ja
Nee
Slide 4 - Sondage
Stel je voor dat je een bericht op Instagram plaatst met een spelfout. Wat zouden je vrienden daarvan denken? Of wat als je een sollicitatiebrief schrijft voor je droombaan en die staat vol fouten? Denk je dat je dan wordt aangenomen?
Slide 5 - Carte mentale
Wie zou jij aannemen?
Geachte heer/mevr,
Op internet zag ik uw vakature voor schoonmaaker. Hierbij wil ik men intresse kenbaar maken. Ik zal mezelf eerst ff kort voorstellen. Mijn naam is Anita Meijer en ik wordt binnenkort 38 jaar.
Geachte heer/mevrouw,
Op internet zag ik uw vacature voor schoonmaker. Hierbij wil ik mijn interesse kenbaar maken. Ik zal mezelf eerst even kort voorstellen. Mijn naam is Anita Meijer en ik word binnenkort 38 jaar.
Slide 6 - Diapositive
Wat weet je al?
1. Noteer vijf dingen die je om je heen ziet in het enkelvoud.
2. Maak van deze woorden een meervoud
Welke spellingregels heb je hiervoor gebruikt?
timer
3:00
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
groente > groenten / groentes,
aardappel > aardappelen / aardappels
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Even samen oefenen...
Slide 19 - Diapositive
Wat is het meervoud van: olifant?
A
olifantjes
B
olifantten
C
olifanten
Slide 20 - Quiz
De (genie) hebben goede (idee) om de (probleem) op te lossen.
A
geniën - ideën - probleemen
B
genieën - ideeën - probleemen
C
genieën - ideën - problemen
D
genieën - ideeën - problemen
Slide 21 - Quiz
Wat is het meervoud van: mees?
A
meesen
B
mezen
C
meezen
D
mesen
Slide 22 - Quiz
Deze (bedrijf) verhuren speciale (fiets) voor (gehandicapte).
A
bedrijfen - fietsen - gehandicaptten
B
bedrijfen - fietsen - gehandicapten
C
bedrijven - fietsen - gehandicaptten
D
bedrijven - fietsen - gehandicapten
Slide 23 - Quiz
Mika koopt nieuwe (laars) het liefst op (braderie).
A
laarzen - braderiën
B
laarzen - braderieën
C
laarsen - braderiën
D
laarsen - braderieën
Slide 24 - Quiz
Weten jullie het nog?
Pak maar even pen en schrift erbij!
Slide 25 - Diapositive
En nu jullie!
Schrijf van de volgende woorden het meervoud op. Als ze meerdere
meervoudsvormen hebben, schrijf dan beide op.
Als je er niet uit komt, kijk dan in je handboek blz. 118
gedaante
leeuwerik
twee
luiwammes
pony
timer
5:00
Ben je klaar?
Vergelijk dan je antwoord met je buurman/buurvrouw. Hebben jullie dezelfde antwoorden opgeschreven?
ei
boef
ananas
gps
cadeau
Slide 26 - Diapositive
Antwoorden. Wie had ze allemaal goed?
gedaante - gedaanten/gedaantes
leeuwerik - leeuweriken
twee - tweeën
luiwammes - luiwammesen
pony - pony's
ei - eieren
boef - boeven
ananas - ananassen
gps - gps'en
cadeau - cadeaus
Ik hOU vAn Y's!
Als de klemtoon aan het begin van het woord valt, is de 'ik' alleen!
Slide 27 - Diapositive
In hoeverre heb je de regels voor meervoudsvorming onder de knie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 28 - Sondage
Aan de slag
Wat
Maak je huiswerkopdrachten van hoofdstuk A,
blz. 108
Hoe
Eerste 10 minuten individueel, in stilte.
Als de timer afgelopen is mag je zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw