Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Webshop
Wat heb je al geleerd?
Slide 1 - Diapositive
E-Commerce
Onder e-commerce vallen activiteiten die gericht zijn op het verkopen via internet.
Je gebruikt hiervoor 4 marketinginstrumenten. De 4 P's
Slide 2 - Diapositive
Welke 4 P's zijn het meest belangrijk voor een webshop
A
plaats, product, personeel, presentatie
B
prijs, product, promotie, plaats
C
product, plaats, personeel, presentatie
D
prijs, presentatie, personeel, promotie
Slide 3 - Quiz
Plaats
De plaats is bij de webshop een internet adres.
Je kiest een domeinnaam
Slide 4 - Diapositive
Domeinnaam
Op sidn.nl zoeken of jouw domeinnaam nog vrij is
De naam moet zeggen wat je doet.
Een eenduidige schrijfwijze hebben. Je moet het kunnen schrijven als je de naam hoort.
Kies je extensie
Slide 5 - Diapositive
Extensies
.nl belangrijkste voor de Nederlandse markt
.com Voor de internationale markt. Je moet wel aan de zoekmachine duidelijk maken dat je relevant bent voor de Nederlandse markt, anders kom je onderaan.
.org voor non-profit organisaties
.nu Is eigenlijk een de afkorting van het Polynesische eilandje Niue in de Stille Oceaan.
Slide 6 - Diapositive
Promotie
Je kunt een mooie webshop hebben met mooie producten maar de klanten zullen je wel moeten kunnen vinden.
Je zal reclame moeten maken.
Slide 7 - Diapositive
Product
Wat voor product (of dienst) ga je verkopen?
* eigen gemaakte producten
* producten waar je verstand van hebt
* kleine producten
* smal assortiment
* geschikt voor online verkoop
Slide 8 - Diapositive
Doelgroep
De groep mensen waar jij je met je webshop op richt.
De groep onderscheidt bijvoorbeeld door een verschil in:
* leeftijd
* geslacht
* inkomen
* opleiding
* woonplaats
Slide 9 - Diapositive
Marktonderzoek
Onderzoek of er voldoende vraag is naar jouw producten.
Onderzoek bij concurrenten die hetzelfde product verkopen.
Welke prijzen heeft de concurrent.
Wat zijn de sterke en zwakke kanten van je concurrent.
Gebruik een enquete om informatie te krijgen bij een kleine groep mensen.
Slide 10 - Diapositive
Prijs
Bepaal je inkoopprijs
Bereken de bijkomende kosten zoals vervoerskosten, personeelkosten en promotiekosten.
Bepaal hoeveel winst je wil maken
Slide 11 - Diapositive
Wat is MARKETING?
A
Alles wat een bedrijf onderneemt om meer te verkopen
B
Instrumenten die je
gebruikt op de verkoopmarkt
C
Een methode om
de winst te vergroten
D
Een engels woord
voor winkel
Slide 12 - Quiz
Welke P heeft niets te maken met marketing?
A
Plaats
B
Product
C
Personeel
D
Professioneel
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
Verzenden
verzendtarief per gewicht (kans op afhaken vd klant in het winkelmandje)
standaard tarief
lage verzendkosten is een goede reclame
afspraken met bijvoorbeeld PostNL
Slide 15 - Diapositive
Opslag
Thuis/eigen opslag
Dropshipping; klant koopt bij jou, jouw toeleverancier levert rechtstreeks bij de klant. Je hoeft zelf geen voorraad bij te houden.
Fulfilment; Je voorraad opslaan bij een groot bedrijf. Dit bedrijf verzorgt de verzending voor jou.