Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Ontdekkingsreizen
Slide 1 - Diapositive
Waarom zijn er niet al tijdens de middeleeuwen ontdekkingsreizen ondernomen?
A
Er waren nog geen boten
B
Mensen waren bang dat ze van de aarde zouden varen
C
Mensen hadden geen interesse in andere gebieden
Slide 2 - Quiz
Waarom werden ontdekkingsreizen ondernomen?
A
Omdat mensen nieuwsgierig waren om niet culturen te ontdekken
B
Omdat mensen een nieuw leven wilden beginnen op een andere plek
C
Om zelf een vaarroute te vinden naar Indië
Slide 3 - Quiz
Wat is geen specerij?
A
Kruidnagel
B
Peper
C
Zout
D
Koriander
Slide 4 - Quiz
Wie ondernamen als eerste een ontdekkingsreis?
A
Portugezen
B
Spanjaarden
Slide 5 - Quiz
Wie ondernam als eerste een ontdekkingsreis?
A
Columbus
B
Diaz
C
Da Gama
Slide 6 - Quiz
Tot waar kwam de ontdekkingsvaarder Diaz?
A
Zuidelijkste punt van Afrika
B
Zuidelijkste punt van Amerika
C
Zuidelijkste punt van Europa
Slide 7 - Quiz
De nationaliteit van Columbus was...
A
Spaans
B
Portugees
C
Nederlands
D
Italiaans
Slide 8 - Quiz
Columbus klopte ook aan bij de Portugese koning om een ontdekkingsreis te ondernemen. De Portugese koning zag echter niets in het plan. Wat voor plan had Columbus?
A
Columbus had een veel snellere boot ontworpen
B
Columbus wilde via de Atlantische oceaan Indië bereiken
C
Columbus wilde Amerika ontdekken
Slide 9 - Quiz
Namens welk land mocht Columbus uiteindelijk toch zijn ontdekkingsreis gaan ondernemen?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
Engeland
Slide 10 - Quiz
Na de ontdekkers kwamen de veroveraars. Wat is geen reden voor het makkelijk kunnen overwinnen van de indianen?
A
De veroveraars waren militair veel sterker
B
Europese ziektes
C
De veroveraars waren met veel meer mensen
D
Indianen hadden onderling oorlog
Slide 11 - Quiz
Niet indiaanse slaven, maar Afrikaanse slaven werkten op grote landbouwbedrijven van de veroveraars. Waarom werden er helemaal uit Afrika slaven gehaald?
A
De indianen waren erg lui
B
De indianen weigerden te werken voor de veroveraars
C
De indianen konden het werk lichamelijk niet aan
Slide 12 - Quiz
Welk continent hoor er niet bij? Er ontstond een zogenaamde driehoekshandel tussen...
A
Europa
B
Amerika
C
Afrika
D
Azië
Slide 13 - Quiz
Renaissance
Slide 14 - Diapositive
Renaissance betekent...
A
wederopstanding
B
wedergeboorte
C
wederontdekking
Slide 15 - Quiz
In de renaissance wordt teruggekeken naar...
A
jagers-verzamelaars
B
Grieken en Romeinen
C
Middeleeuwen
Slide 16 - Quiz
De mensen gingen in de tijd van de renaissance meer geniet van het leven. Hiermee wordt bedoeld
A
Dat ze niet meer gelovig waren
B
Dat ze niet meer mochten zondigen
C
Dat ze zich meer gingen verdiepen in de mens zelf
Slide 17 - Quiz
Als een schilderij uit de middeleeuwen met een schilderij uit de renaissance met elkaar worden vergeleken dat is er één ding dat ze vaak gemeen hebben, dat is
A
het geloof
B
beide schilderijen kennen diepte
C
beide schilderijen zijn erg realistisch weergegeven
Slide 18 - Quiz
Humanisten waren....
A
mensen die niet christelijk waren
B
mensen die de mens en de wereld beter wilden begrijpen
C
mensen die straffen van misdadigers wilde afschaffen
D
mensen die uit waren op meer macht
Slide 19 - Quiz
De renaissance begon in....
A
Italië
B
Spanje
C
Griekenland
D
Nederland
Slide 20 - Quiz
De verspreiding van de renaissance versnelde dankzij