H6.4 Nederland bezet

H6.4 Nederland bezet
opdrachten 55, 58, 59, 62, 63 en 64
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

H6.4 Nederland bezet
opdrachten 55, 58, 59, 62, 63 en 64

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Leervraag - Hoe verliep de bezetting van Nederland?
Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen. Op 15 mei capituleerde het Nederlandse leger. 
De Duitsers hoopten dat de Nederlandse bevolking zou samenwerken. De (gevluchte) regering gaf opdracht aan ambtenaren om zoveel mogelijk mee te werken.
Na de Februaristaking (1941) nam de vervolging van Joden toe. Ook was er meer verzet tegen de Duitsers.
In 1944 werd Zuid-Nederland bevrijd. De rest van Nederland moest wachten tot mei 1945.

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 55
Waarom kregen extreme ideeën zoals communisme of fascisme in de jaren dertig in Nederland weinig aanhang?
  • Dat kwam door de verzuiling. Mensen bleven stemmen op de politieke partij van hun zuil.

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 58
Stelling: ‘Het bombardement op Rotterdam bewijst dat het Nederlandse leger onverwacht goed standhield tegen het Duitse leger.’
Ondersteun deze stelling met twee argumenten.
  • Blijkbaar was zo’n grootschalige actie nodig om het Nederlandse leger te verslaan, niet door het leger direct te verslaan, maar door chantage. 
  • De Blitzkrieg verliep niet snel genoeg. Nederland verdedigde zich beter dan verwacht.


Slide 5 - Diapositive

Opdracht 59
Koningin Wilhelmina en de Nederlandse regering vluchtten op 13 mei 1940 naar Londen.
Wat vinden Jaap Burger en Arnoldus van Walsem daarvan? Zijn ze het met elkaar eens, of niet?
  • Ja, ze zijn het met elkaar eens. Ze gebruiken woorden als ‘verbittering’ en ‘misdadig’. De burgemeester is nog bozer dan de advocaat, maar beide zijn boos.



Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 62
Veel mensen kozen tijdens de bezetting voor accommodatie. Welke oorzaken had dat?
  • De meeste mensen wilden zo gewoon mogelijk hun leven leiden. Ze pasten zich aan, zodat zoveel mogelijk aspecten van hun leven gewoon doorgingen. En daarbij: de Duitsers gedroegen zich in het begin over het algemeen genomen fatsoenlijk. Dat kon een reden zijn om niet actief in verzet te gaan; ‘als het niet erger is dan dit, dan kunnen we rustig wachten tot de bevrijding komt.’




Slide 8 - Diapositive

Opdracht 64
‘Nazificatie’ betekent dat een samenleving zich moet aanpassen aan de nazi-ideologie. Maak duidelijk hoe dit tijdens de bezetting in Nederland gebeurde.
  • Dat werd onder meer bereikt doordat Nederlanders de bezetters hielpen om het land te besturen volgens de regels van de nazi-ideologie.

Slide 9 - Diapositive

Fasen van de bezetting
Eerste fase (mei 1940 – begin 1941) : wederzijdse welwillendheid
Arthur Seyss-Inquart, de rijkscommissaris, hoopte dat de Nederlandse bevolking vrijwillig tot het nationaalsocialisme zou overgaan - Nazificatie.
Stap voor stap werd er een begin gemaakt met de isolering van de joden. In de herfst van 1940 werden joden die in dienst van de overheid waren ontslagen en geregistreerd. Pers en andere media werden onder controle van de bezetter geplaatst (censuur).
Slechts een kleine groep Nederlanders was pro-nazi, maar ook de groep die verzet bood was klein.


1/4

Slide 10 - Diapositive

Fasen van de bezetting
Tweede fase (begin 1941 – voorjaar 1943) : groeide anti-Duitse stemming en toenemende dwang

  • De nationaalsocialistische propaganda sloeg niet aan bij de Nederlandse bevolking.
  • De Februaristaking breekt uit in Amsterdam als reactie op de Jodenvervolging. Het zou de enige grote staking tegen het Duitse beleid t.a.v Joden zijn.
  • Nederland moest een grotere bijdrage gaan leveren aan de oorlogsvoering. 
  • De vrijwillige Nazificatie was mislukt. De bezetter ging over tot het gebruik van dwang. 
  • Nederlandse organisaties werden verboden. Vakbonden werden onder gebracht in het Nederlandse Arbeidsfront, onder Duits toezicht.
  • De NSB werd de enig toegestane politieke partij. Anton Mussert was haar leider.


2/4

Slide 11 - Diapositive

Fasen van de bezetting
Derde fase (voorjaar 1943 – zomer/herfst 1944) : groeiend aantal conflicten tussen de bevolking en de bezetter.
De Duitsers eisen dat arbeidskrachten, vooral mannen, in Duitsland gaan werken, de Arbeitseinsatz. De Duitse vraag naar arbeiders was echter groter dan het aantal Nederlandse vrijwilligers. Mannen werden tewerkgesteld in Duitsland. In april-mei van 1943 braken stakingen uit omdat Nederlanders het niet eens waren met deze maatregel. De Duitsers grijpen hardhandig in. De anti-Duitse stemming na alleen maar toe.
In deze fase groeit het aantal illegale (verzets-)organisaties sterk :
Hulp aan onderduikers, Spionagegroepen en Sabotage groepen.



3/4

Slide 12 - Diapositive

Fasen van de bezetting
Fase vier (zomer/herfst 1944 – mei 1945) : totale ontregeling van de samenleving
Na de geslaagde invasie in Normandië (Frankrijk, 6 juni 1944) en de opmars van de Sovjet-Unie in het oosten stond de ondergang van het Duitse Rijk wel vast. In september 1944 bereikten de geallieerden Zuid-Nederland. De Nederlandse regering in Londen riep toen op tot een Spoorwegstaking. Deze Spoorwegstaking kan gelden als de overgang van de derde naar de vierde fase.
West-Nederland maakte de moeilijkste tijd van de oorlog mee. Er werden razzia’s gehouden om arbeidskrachten voor Duitsland te verzamelen. De Duitsers weigerden na de Spoorwegstaking om treinen met voedsel naar het westen te laten rijden met als gevolg de Hongerwinter. Op 5 mei 1945 kwam er een einde aan de Duitse bezetting van ons land.




3/4

Slide 13 - Diapositive

H6.4 Nederland bezet, 
lees de paragraaf
maken opdrachten 66, 71, 73, 75 en 77

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Anton Mussert
Nationaalsocialistische Beweging
Fase 2 van de bezetting

Slide 16 - Diapositive

Opdracht-66
De Winterhulp kan worden gezien als een vorm van nazificatie. Leg dit uit.
  • Alle Nederlandse liefdadigheidsorganisatie werden vervangen door de Winterhulp van de nazi’s, zodat ook liefdadigheid onder hun invloed kwam.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Opdracht-71
Wat wil de tekenaar zeggen met zijn spotprent?
Noem twee beeldelementen die de tekenaar gebruikt om zijn boodschap over te brengen.
  • Alle kranten schrijven alsof ze een dictee volgen en de nazi op de voorgrond schrijft precies voor wat ze in de krant moeten en mogen schrijven. De tekenaar wil dus zeggen dat in alle kranten dezelfde (voorgeschreven) berichten stonden. De handen zijn allemaal hetzelfde, gebruiken dezelfde soort pen en zitten met handboeien aan elkaar vast.

Slide 21 - Diapositive

Opdracht-73
Noem een bedoeld gevolg en een onbedoeld gevolg van de spoorwegstaking van 1944.
• Bedoeld gevolg: 
  • Het Duitse leger kon manschappen en voorraden moeilijker verplaatsen.
• Onbedoeld gevolg: 
  • De voedselvoorziening van het westen van Nederland stond stil.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Opdracht-75
Het is niet bekend hoeveel slachtoffers de Hongerwinter precies heeft gemaakt.
Geef daarvoor een verklaring.
  • Het was moeilijk te bepalen of iemand door honger, kou, ziekte, of ouderdom was omgekomen. 


Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk
6.5 De Holocaust
Lees de paragraaf 
Maken opdrachten 78, 79, 80, 84 en 86


6.5 De Holocaust
Lees de paragraaf 
Maken opdrachten 87, 88, 93 en 95

Slide 26 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci