Herhaling 3.1 t/m 3.3

Herhaling 3.1 t/m 3.3
Economie klas 2
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 3.1 t/m 3.3
Economie klas 2

Slide 1 - Diapositive

Wat is een vacature?
A
Iemand die een baan zoekt
B
Iemand die een baan heeft
C
Een baan waar iemand aan het werk is
D
Een baan waarvoor iemand wordt gezocht

Slide 2 - Quiz

Je wil graag wat meer geld hebben. Je denkt eraan om een baantje te zoeken.

Welke bijbaan zou jij graag willen hebben?

Slide 3 - Question ouverte

Tabel 1

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel banen zijn er volgens tabel 1?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de arbeidsmarkt?
A
Alleen banen die er zijn bij bedrijven
B
Alleen mensen die werken of die werk zoeken
C
Alle banen die er zijn bij bedrijven en alle mensen die werken of die werk zoeken

Slide 6 - Quiz

Waarom is een goede arbeidsverdeling belangrijk voor een bedrijf?
A
Dan kan het bedrijf makkelijker personeel vinden
B
Dan heeft het personeel meer verschillende werk
C
Dan kan het personeel beter en sneller hun werk doen

Slide 7 - Quiz

Automonteur
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 8 - Quiz

Afwashulp
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 9 - Quiz

Ziekenverzorger
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 10 - Quiz

Hoeveel uur moet je minstens per week werken als je een voltijd baan hebt?

Slide 11 - Question ouverte

De buurman werkt 38 uur per week als docent.
A
Voltijd
B
Deeltijd

Slide 12 - Quiz

Bekijk de redenen om te werken nog een keer.
Welke twee redenen om te werken zijn voor jou de belangrijkste?

Slide 13 - Question ouverte

Steven heeft een shoarmazaak en twee mensen in dienst.
A
Werknemer
B
Werkgever

Slide 14 - Quiz

Wesley werkt bij de McDonalds achter de kassa.
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 15 - Quiz

Wat staat er in je arbeidsvoorwaarden? Noem er minimaal twee.

Slide 16 - Question ouverte

Tijdens een proefperiode kan je als werknemer elk moment stoppen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Hoe lang mag een proeftijd maximaal duren?

Slide 18 - Question ouverte

Wat voor baan heb je als je alleen werkt op de momenten dat een bedrijf je nodig heeft?
A
Deeltijdbaan
B
Vaste baan
C
Flexibele baan
D
Tijdele baan

Slide 19 - Quiz

Waar staat de afkorting zzp-er voor?

Slide 20 - Question ouverte

CAO staat voor...

Slide 21 - Question ouverte

Geef twee voorbeelden van bedrijfstakken:

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Je brutoloon is 1700. De inhoudingen zijn 200. Wat is je nettoloon?

Slide 24 - Question ouverte

Brutonloon: 3450
Nettloon: 2674.
Wat zijn de inhoudingen?

Slide 25 - Question ouverte

Het minimumjeugdloon geldt vanaf...jaar
A
14
B
15
C
20
D
21

Slide 26 - Quiz

Het minimumloon geldt vanaf...jaar
A
15
B
16
C
20
D
21

Slide 27 - Quiz

Wat zou er in de Arbowet kunnen staan over eisen op school?
A
Voldoende ventilatie in de klas
B
Er moet voor docenten voldoende pauzes zijn
C
De nooduitgangen van de school duidelijk aanwezig zijn
D
Docenten moeten buiten pauze houden

Slide 28 - Quiz

Klaar?
In magister kun je via leermiddelen naar Pincode.

In het begin menu van hoofdstuk 3 zie je links in beeld video's.
Ga naar de video van paragraaf 3.4: Zonder werk?
Maken: opdrachten paragraaf 3.4. Ook de kader opdrachten. 






Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive