Expressing feelings

Expressing feelings
Het uiten van je gevoelens in het Engels
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Expressing feelings
Het uiten van je gevoelens in het Engels

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
- Uitleg gevoelens uiten (blije gevoelens, boze gevoelens etc.)
- Video + Oefenen!

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
- Aan het einde van deze les kan je je gevoelens uiten in het Engels.
- Aan het einde van deze les ken je verschillende woorden waarmee je blije, boze, verdrietige etc. gevoelens kunt uiten.

Slide 3 - Diapositive

Blije gevoelens
- “I am happy.” - “Ik ben blij/gelukkig.”
- “I enjoy this.” - “Ik geniet hiervan.”
- “I like this very much.” - “Ik vind dit heel erg leuk.”
- “I am excited” - “Ik ben enthousiast.”

Slide 4 - Diapositive

Boze gevoelens
- “I am angry.” - “Ik ben boos.”
- “I am annoyed.” - “Ik ben geïrriteerd.”
- “I am furious.” - “Ik ben extreem boos.” 
- “I am offended.” - “Ik ben beledigd.”

Slide 5 - Diapositive

Verdrietige gevoelens
“I am sad” - “Ik ben verdrietig.”
“I am upset” - “Ik ben van streek.”
“I am unhappy.” - “Ik ben ongelukkig/niet blij.”

Slide 6 - Diapositive

Bange gevoelens
“I am afraid of you.” - “Ik ben bang voor jou.”
“I am scared.” - “Ik ben bang/geschrokken.”
“I am worried.” - “Ik ben bezorgd.”

Slide 7 - Diapositive

Disliking something
“I don’t like that.” - Ik vind dat niet leuk.”
“I hate that.” - “Ik haat dat.”
“I dislike this.” - “Ik vind dit niet leuk.”
“I am not fond of this.” - “Ik ben niet gek op dit.”
- "I am disgusted." - "Ik vind dit smerig."
- "I am jealous" - "Ik ben jaloers."

Slide 8 - Diapositive

Ga naar LessonUp.App op je telefoon
Voer de code in die links onderin het scherm staat. 

Slide 9 - Diapositive

5

Slide 10 - Vidéo

00:22
How is she feeling?
A
upset
B
happy
C
annoyed
D
joyful

Slide 11 - Quiz

01:06
How is she feeling?
A
furious
B
upset
C
sad
D
worried

Slide 12 - Quiz

01:43
How is she feeling?
A
excited
B
afraid
C
furious
D
angry

Slide 13 - Quiz

02:22
How is she feeling?
A
Jealous
B
Disgusted
C
Scared
D
Hateful

Slide 14 - Quiz

02:56
How is she feeling?
A
Afraid
B
Unhappy
C
Upset
D
Scared

Slide 15 - Quiz

What did you think of this exercise?
A
It was medium-easy (gemiddeld tot makkelijk).
B
It was confusing (het was verwarrend).
C
It was easy.
D
It was difficult.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Recap
- Hoe zeg je dat je iets leuk vind of dat je blij bent in het Engels?
- Hoe zeg je dat je jaloers bent in het Engels?
- Hoe zeg je dat je woedend bent in het Engels?
- Hoe zeg je dat je van streek bent in het Engels?

Slide 18 - Diapositive