Chapitre2: gramD: à+le/de+le

VWO 3 23 novembre
Grammaire et écrire
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

VWO 3 23 novembre
Grammaire et écrire

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui:
  • interrogation voca B
  • explication grammaire D (p68)

Slide 2 - Diapositive

apprendre
avoir peur de
commencer
sauter
toucher
progresser
courir
leren
beginnen
aanraken
bang zijn
vooruitgang
springen
rennen

Slide 3 - Question de remorquage

le jeu
le début
faible
sans
facile
grâce à
l'adversaire
la confiance
het vertrouwen
zonder
dankzij
het spel
de tegenstander
het begin
makkelijk
zwak

Slide 4 - Question de remorquage

faire du sport
(noem een aantal sporten)

Slide 5 - Carte mentale

à + bepaald lidwoord
  • ouvre ton livre (p68)
  • on fait ex 15a

Slide 6 - Diapositive

à + bepaald lidwoord
  • ouvre ton livre (p68)
  • on fait ex 15a

Slide 7 - Diapositive

à = in, bij, op, naar
Als je zegt:

ik ga naar het strand 
=
?

Slide 8 - Diapositive

à = in, bij, op, naar
Als je zegt:

ik ga naar het strand 
=
je vais à la plage

Slide 9 - Diapositive

à = in, bij, op, naar, ...
Maar als je zegt:

ik ga naar de bioscoop 

Slide 10 - Diapositive

à = in, bij, op, naar, ...
Maar als je zegt:

ik ga naar de bioscoop 
=
je vais au cinéma

Slide 11 - Diapositive

à = in, bij, op, naar, ...

Slide 12 - Diapositive



à + le wordt dan samengvoegd:

à + le = au
à + la = à la
à + l' = à l'
à + les = aux

Slide 13 - Diapositive

Dus:
Wanneer het voorzetsel à wordt gevolgd door le + les dan wordt dit samengetrokken:

au / aux
(= naar de)

Slide 14 - Diapositive

Au boulot!
Wat: Fais l’exercice 15c/15d/16a
Hoe: Individuellement, en silence
Hulp: Gram B (p89)
Klaar: Even wachten

Heb je een vraag: steek je vinger op




 

timer
3:00

Slide 15 - Diapositive

à = in, bij, op, naar, ...

à + le     = au
à + la     = à la
à + l'      =  à l'
à + les  =  aux
de = van

Slide 16 - Diapositive

à = in, bij, op, naar, ...

à + le     = au
à + la     = à la
à + l'      =  à l'
à + les  =  aux
de = van

de + le     = du
de + la     = de la
de + l'       = de l'
de + les   = des

Slide 17 - Diapositive

Als je zegt:

Het brood van de bakker =
Le pain de la boulangerie
de = van

de + le     = du
de + la     = de la
de + l'       = de l'
de + les   = des

Slide 18 - Diapositive

Dus:
Wanneer het voorzetsel de wordt gevolgd door le + les dan wordt dit samengetrokken:

du / des
(= van de)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Lien

Au travail!
Wat: ex 16c/16e/16f (p69)
Hoe lang:jusqu`à la fin du cours
Hulp: docent, boek
Klaar: leren voca A + B of phrases clés C (page 88)


Slide 22 - Diapositive