B2.1 - les 19

• NT2
• WO
• Studiejaar 1

CURSUS B2.1 - les 19

LANGUAGE & TRAINING CENTRE

Programma

Start: spreekoefeningen

Er ; herhaling + oefenen en uitspraak

Separabele werkwoorden (opdracht 17)

Antwoord geven met een verwijswoord

Luisteren: opdracht 19

Oefeningen 

1. Gooi met de dobbelsteen. 

Kijk naar het nummer. Maak nu een zin, maar begin met het woord bovenaan. 

2. Maak de zin af met 1 van de woorden. Probeer 3 woorden op een rij te halen. 

Sandra was een uur te laat

Ze had namelijk de bus gemist.

waardoor ze de toets heeft gemist.

hoewel ze op tijd was vertrokken.

Karel is bang voor insecten

Hij is echter niet bang voor muggen.

met name wespen.

Toch vindt hij bijen leuk.

Ik wil graag in Amsterdam wonen

tenzij ik geen baan kan vinden. 

mits ik een baan kan vinden. 

ondanks de hoge huur.

ondanks de drukte. 

ondanks de coffeeshops.

ondanks mijn werk in Den Haag.

Karel is bang voor insecten

Hij is echter niet bang voor muggen.

met name wespen.

Toch vindt hij bijen leuk.

Er herhalen

Verschillende vormen van ER. 

Maak de oefening op het papier, in tweetallen

Geef antwoord op de vragen 

ER - separabele werkwoorden

opmaken uit

Ik maak het uit zijn woorden op. 

Ik maak het eruit op. 

Ik maak het er meestal uit op.

Ik heb het eruit opgemaakt. 

Ik zal het eruit opmaken. 

Opdracht 17

Video; Opdracht 19

Oefenen met spreken 

Geef snel antwoord

Korte en lange antwoorden met een modaal werkwoord.

Modale werkwoorden

Wil je Spaans leren?

Kan je zwemmen. 

Ja, ik wil Spaans leren. 

Ja, dat wil ik (wel).

Nee, dat wil ik niet. 

Ja, ik kan zwemmen. 

Ja, dat kan ik. 
Nee, dat kan ik niet.  

Modale werkwoorden

Mag je in Nederland links rijden? 

Moet je solliciteren als je een uitkering krijgt.  

Nee, je mag in Nederland niet links rijden. 

Nee, dat mag niet.  

Ja, je moet solliciteren als je een uitkering krijgt. 

Ja, dat moet.

Huiswerk

In je boek: opdracht 20

Opdracht 24 lezen

Opdracht 26 (vocabulaire) leren

Opdracht 27 maken in je boek