Lessen voor de toekomst les 2: Effecten op het milieu
1 / 21
La durée de la leçon est: 62 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
2 minuten: Ik stuur de kinderen aan om hun snappet te openen en de lessonuplink op te zoeken en hierop in te loggen. Als dit is gelukt ga ik door naar de volgende slide...
Wat hebben we gisteren geleerd?
Slide 2 - Question ouverte
2 minuten: Om even terug te koppelen naar wat we hebben geleerd gisteren stel ik de volgende vraag: Wat hebben we gisteren geleerd?
Slide 3 - Diapositive
2 minuten: Ik herhaal:
We hebben het gisteren gehad over dat vlees niet goed is voor het milieu en dat insecten beter zijn voor het milieu en dat dit dan ook hoogstwaarschijnlijk het voedsel van de toekomst wordt.
Noem 3 redenen waarom vlees slecht is voor het milieu...
Slide 4 - Question ouverte
3 minuten: Ik stel de volgende vraag om de kinderen weer even te laten nadenken over de besproken redenen van gisteren: Noem 3 redenen waarom vlees slecht is voor het milieu. De kinderen lopen rond door het klaslokaal en vertellen elkaar de redenen die ze kennen. Ze gaan na één minuut weer terug naar hun plek en typen hun antwoord in het antwoordvak. We bespreken de antwoorden.
Slide 5 - Diapositive
1 minuut: Ik vertel aan de kinderen wat zij vandaag gaan leren: Vlees is slecht voor het milieu, maar wat zijn de effecten op het milieu?
Slide 6 - Diapositive
1 minuut: Ik vertel aan de kinderen wat we gaan doen:
Interactieve uitleg effecten op het milieu
Uitleg opdracht
Uitvoeren opdracht
Presenteren eindproduct opdracht
Even terugblikken op de les
Slide 7 - Diapositive
1 minuut: Ik vertel het volgende:
We hebben al eerder geleerd...
Voor elke kilo die een varken aankomt, produceert-ie tien tot honderd keer zoveel broeikasgassen als een meelworm.
Wat zijn broeikasgassen?
Slide 8 - Question ouverte
2 minuten: Even een vraagje om de kennis te testen:
'Wat zijn broeikasgassen?'
Slide 9 - Diapositive
3 minuten: Ik start de uitleg over de opwarming van de aarde:
Broeikasgassen zorgen ervoor dat warmte wordt vastgehouden en daardoor stijgt de temperatuur op aarde. Zonder broeikasgassen zou de aarde ijskoud zijn, maar met teveel broeikasgassen wordt het juist te heet.
In het meest extreme scenario stijgt de gemiddelde temperatuur tot 2050 met nog eens 1,6 °C ten opzichte van de huidige normaal en tot 2100 met 4,4 °C.
Wat zou er met het milieu/klimaat gebeuren als de aarde met zoveel graden (tot 2050 met 1,6 °C en tot 2100 met 4,4 °C) stijgt?
Slide 10 - Question ouverte
4 minuten: Ik stel de volgende vraag om te kijken of de kinderen al enige kennis hebben over de effecten voor het milieu door de opwarming van de aarde.
'Wat zou er met het milieu/klimaat gebeuren als de aarde met zoveel graden (tot 2050 met 1,6 °C en tot 2100 met 4,4 °C) stijgt?'
Slide 11 - Diapositive
3 minuten: Ik leg de eerste twee effecten uit:
1 Droogte: Door de opwarming van de aarde is er vaker sprake van langere periodes van droogte, omdat er meer water verdampt.
2 extreme regenval: Uitleg na de quizvraag.
Waarom heeft de opwarming van de aarde ook invloed op de regenval?
Slide 12 - Question ouverte
2 minuten: Ik stel de volgende vraag om de kinderen op een geografisch niveau te laten nadenken over waarom er juist ook méér neerslag komt door de opwarming van de aarde."
Slide 13 - Diapositive
2 minuten: Ik leg het juiste antwoord op de vraag uit:
De hoeveelheid neerslag neemt toe door de opwarming van de aarde. Warme lucht kan namelijk meer vocht bevatten. Per graad opwarming neemt de maximale hoeveelheid vocht die de lucht kan bevatten toe met ongeveer 7%. Ook veranderingen in windrichting en processen in wolken zorgen ervoor dat de regenval toeneemt.
Slide 14 - Diapositive
2 minuten: Ik vertel ook nog een ander effect van de opwarming van de aarde. Namelijk het smelten van de Noordpool. Ik vertel het volgende: Ook wordt inmiddels de volledige smelting van de Noordpool voor mogelijk gehouden. Mede daardoor wordt er voorspelt dat er een zeespiegelstijging zal plaatsvinden in de 21e eeuw van 45 tot 82 centimeter.
Slide 15 - Diapositive
30 seconden: Ik vertel het volgende over voedselzekerheid:
Ook voor de wereldwijde voedselzekerheid heeft klimaatverandering gevolgen...
Waarom denk je dat ook voor de wereldwijde voedselzekerheid klimaatverandering gevolgen heeft...
Slide 16 - Question ouverte
2 minuten: Ik laat de kinderen eerst eens zelf nadenken over deze vraag.
Slide 17 - Diapositive
2 minuten: Ik leg uit dat ook voor de wereldwijde voedselzekerheid klimaatverandering gevolgen heeft, omdat het invloed heeft op de vruchtbaarheid van landbouwgebieden.
Die extreme regens en/of droogte zorgen ervoor dat de bodem niet of minder vruchtbaar wordt. Hierdoor kunnen er geen gewassen groeien.
Slide 18 - Diapositive
3 minuten en 15 minuten: Ik leg de opdracht die bij de les hoort uit:
Bedenk een oplossing voor één van de klimaatproblemen die benoemd zijn.
Dit mag zo creatief zijn als jij zelf wilt.
Verplicht:
-Kleur
-Tekst (25-45 woorden)
-Zelfde groepjes als gisteren
Wanneer het de kinderen niet lukt om een idee te verzinnen dan begin ik met een voorbeeld ter inspiratie: Droogte--> irrigatiesysteem.
Slide 19 - Diapositive
6 minuten: Ik kies een aantal groepjes uit (random) die hun eindproduct mogen presenteren. Zij beantwoorden de volgende vragen:
Wat hebben jullie bedacht?
Hoe werkt het?
Hoe gaat het helpen tegen jou klimaatprobleem?
De andere kinderen vraag ik om een tip of een top te geven.
Wat heb je geleerd en wat vond je leuk aan deze les?
Slide 20 - Question ouverte
2 minuten: Even terugkoppelen naar de les: Wat heb je geleerd en wat vond je leuk aan deze les?
Slide 21 - Diapositive
1 minuut: Ik vertel wat we de volgende les gaan leren/doen...
We leren wat circulaire economie is en gaan aan de slag met een hierbij behorende opdracht.
