WOORDEN - OPDRACHTEN - Thema verliefd - DAG 2

Thema 6 Verliefd zijn
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
ISKVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 6 Verliefd zijn

Slide 1 - Diapositive

Verliefd zijn

Slide 2 - Diapositive

de dag
  • 7 dagen = 1 week
  • het is licht
  • de dag - de dagen 
  • zin: Op welke dag hebben we sport?
  • zin: Over 2 dagen is het weekend.

Slide 3 - Diapositive

denken
  • hersenen werken
  • mening hebben
  • werkwoord
  • ik denk - wij denken
  • zin: Ik denk dat het regent.
  • zin: Wij denken aan onze familie.

Slide 4 - Diapositive

dragen (van kleren)
  • aan hebben 
  • hoofddoek
  • mooi of makkelijk 
  • werkwoord
  • ik draag - wij dragen
  • zin: Ik draag vandaag een mooie broek.

Slide 5 - Diapositive

durven
  • moed hebben
  •  werkwoord
  • ik durf - wij durven
  • zin: Ik durf te zwemmen.
  • zin: Wij durven in de klas te zingen.

Slide 6 - Diapositive

gemakkelijk
  • niet moeilijk
  • weinig moeite doen
  • zin:  Ik vind deze toets gemakkelijk.
  • zin: Vrienden maken is niet  altijd gemakkelijk.

Slide 7 - Diapositive

Op welke dag hebben we sport?
Over twee dagen is het vakantie.
Ik denk dat het regent.
Wij denken aan onze familie.
Ik draag vandaag een mooie broek.
Ik durf te zwemmen.
Wij durven in de klas te zingen.
Ik vind deze toets gemakkelijk.
Vrienden maken is niet altijd gemakkelijk.

Slide 8 - Diapositive

Ik ........... dat je verliefd bent!
2
A
draag
B
durf
C
denk
D
gemakkelijk

Slide 9 - Quiz

................... jij naar die jongen te kijken?
2
A
Draag
B
Durf
C
Spreek
D
Denk

Slide 10 - Quiz


Schrijf een goed zin:
Wat draag jij vandaag?

2
timer
1:30

Slide 11 - Question ouverte

2
timer
1:30
Wat durf jij niet?

Slide 12 - Carte mentale

Welk woord is goed?
2
A
makelijk
B
draagen
C
daagen
D
makkelijk

Slide 13 - Quiz

Ik denk de hele ............... aan jou.

2
A
aardig
B
dag
C
dragen
D
band

Slide 14 - Quiz