8) gesprekken voeren oefening EMS

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Leerdoel:

herkennen beoordelingscriteria

Gesprekken voeren
(Nederlands)

Even opfrissen!
Wat versta jij onder gesprekken voeren en waar kom je dit tegen in jouw leven?

Deze les Nederlands; gesprekken voeren

-Jij: wat & waar
-Gesprekken voeren
-Gesprekken voeren: leerdoelen
-Filmpje(s) (leerdoelen)
-Afsluiting: voorbereiden en oefenen

Leerdoel

-eerste kennismaking gesprekken voeren
(introductie, toelicht)

Gesprekken voeren: leerdoelen

-Beurten nemen en bijdragen aan samenhang

-Afstemming op doel

-Afstemming op gesprekspartner(s)

-Woordgebruik en woordenschat

-Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Beurten nemen en bijdragen aan samenhang:

-de juiste woorden gebruiken om aan het woord te komen

-eerst de reactie van de ander interpreteren en beoordelen, voordat je reageert

Afstemming op doel:

-eigen gespreksdoel duidelijk maken

-doelgericht doorvragen om gewenste informatie boven tafel te krijgen

Afstemming op gesprekspartner(s):

-spreekdoel van anderen herkennen

-reacties van anderen inschatten

-omgaan met verschil tussen informele en formele situaties

-taal aanpassen aan gesprekspartner

Woordgebruik en woordenschat:

-voldoende woorden om te vertellen wat je wilt

-onbekende woorden eventueel omschrijven

Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing:

-duidelijk verstaanbaar, soms een hapering of verkeerde uitspraak

-eventuele fouten of versprekingen worden hersteld

1. 
   

Beurten nemen en bijdragen aan samenhang

Deelnemen aan een gesprek, uitwisselen van informatie.
*bijdragen aan een samenhangend gesprek

*informatie vragen en geven

*informatie verzamelen

*problemen verhelderen in een gesprek

*overtuiging of mening geven

*instemming of afkeuring uitdrukken

Gesprekken voeren Nederlands 10 - 15 minuten

Stelling voor opent met stelling en 1e argument  |    Tegen - reactie

voor-reactie | Tegen - reactie

voor-reactie | Tegen - reactie

afronden ben je beiden voor of tegen of geen verandering.

Tegen - reactie |        Stelling voor opent met stelling en 1e arguement

Tegen - reactie voor-reactie

Tegen - reactie voor-reactie

afronden ben je beiden voor of tegen of geen verandering.

Wat zag je terug in dit gesprek?

-Beurten nemen en bijdragen aan
samenhang

-Afstemming op doel

-Afstemming op gesprekspartner(s)

-Woordgebruik en woordenschat

-Vloeiendheid, verstaanbaarheid en
grammaticale beheersing

Wat zag je terug in dit gesprek?

-Beurten nemen en bijdragen aan
samenhang

-Afstemming op doel

-Afstemming op gesprekspartner(s)

-Woordgebruik en woordenschat

-Vloeiendheid, verstaanbaarheid en
grammaticale beheersing

stelling

voorbereiden tweetallen

stellingen

1) Ontgroeningen bij studentenverenigingen moeten worden afgeschaft
2) Ouders moeten hun kinderen minstens een half uur per week voorlezen
3) Ieder kind moet één boek per maand lezen
4) Op het jeugdjournaal moet elke dag aandacht worden besteed aan de Amerikaanse verkiezingen

stellingen

5) Nieuwe restaurants mogen enkel vegetarische gerechten op de kaart zetten
6) Reclames voor vliegvakanties moeten verboden worden
7) Leerlingen mogen pas werken na het behalen van hun eindexamen
8) Alle bedreigde dieren moeten gekloond worden