NOVA T4 Basisstof 2

Djano
Gaby
Romy
Chéden
Keano
Aneidy
Sara
Jahvendrix
Anouk
Chabo
Sey
Pavel
Kim
Omar
                 bord       en         docent
Pak je spullen. Met de absentie
controleer ik ook of je je spullen hebt.
Ligt het niet klaar = MV
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Djano
Gaby
Romy
Chéden
Keano
Aneidy
Sara
Jahvendrix
Anouk
Chabo
Sey
Pavel
Kim
Omar
                 bord       en         docent
Pak je spullen. Met de absentie
controleer ik ook of je je spullen hebt.
Ligt het niet klaar = MV

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Absentie
Doel van de les
Voorkennis ophalen
Uitleg 
Opdrachten
Nakijken
Doel van de les en afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Elektriciteit
1. Batterijen 
2. Spanningsbronnen
3. De stroomkring
4. Schakelingen
5. Vermogen en energie
6. Veiligheid

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Doel van de vorige les
- Je kunt apparaten noemen die werken op batterijen
- Je kunt de + en de - aanwijzen op een batterij
- Je kunt de spanning (V) van verschillende batterijen benoemen
- Je kunt de spanning (V) berekenen als je batterijen schakelt
- Je kunt uitleggen hoe een platte batterij is opgebouwd
- Je kunt uitleggen waarom batterijen slecht zijn voor het milieu
- Je kunt uitleggen hoe je batterijen opnieuw oplaadt

Slide 5 - Diapositive

Welke apparaten werken op batterijen?

Slide 6 - Carte mentale

Je kunt de plus en min van een batterij aanwijzen. 
Je kunt de spanning van een batterij benoemen. 
Plus - min: staat altijd op de batterij.
Doe je hem er verkeerd in dan werkt ie niet. 

Spanning van een batterij: 1,5 volt.
V is de afkorting van Volt. 

Slide 7 - Diapositive

Verschillende soorten batterijen
Staafbatterij ( eenvoudige batterij)
1,5 V
Penlite batterij (kleine staafbatterij)
1,5 V
Platte batterij (3 batterijen geschakeld)
4,5 V

Slide 8 - Diapositive

Je kunt de spanning berekenen van batterijen in een serie
Spanning (V) bij elkaar
optellen

Hoeveel spanning zie je hier?
1 batterij bevat 1.5 V




Slide 9 - Diapositive

Je kunt vertellen hoe oplaadbare batterijen werken.
Je kunt vertellen waarom sommige apparaten niet werken met oplaadbare batterijen.

Je doet de oplaadbare batterijen in de daarvoor bestemde opladers. De batterijen zullen zich opnieuw 'vullen' met nieuwe elektriciteit. 
Spanning is lager in oplaadbare batterijen. 
Namelijk 1,2 V ipv 1,5V

Slide 10 - Diapositive

opdr 4 - 10
blz 206 - 208

Slide 11 - Diapositive

Begrippenlijst basisstof 1
batterij: voorwerp dat elektriciteit levert.
In serie schakelen: batterijen zo plaatsen dat hun spanning bij elkaar opgeteld wordt. De plus van de ene batterij komt tegen de min van de andere.
klein chemisch afval:  huishoudelijk afval waar schadelijke stoffen in zitten.
oplaadbare batterijen: baterijen die je kunt opladen en opnieuw kunt gebruiken.   
spanning: de sterkte van een batterij in volt V

Slide 12 - Diapositive

Welke batterijen doen
het hier? A, B, C of D

Slide 13 - Question ouverte

Welke batterij zie je hier?
A
Oplaadbare batterij
B
Staafbatterij
C
Penlite batterij
D
Platte batterij

Slide 14 - Quiz

Welke batterij zie je hier?
A
Oplaadbare batterij
B
Staafbatterij
C
Penlite batterij
D
Platte batterij

Slide 15 - Quiz

Welke batterij zie je hier?
A
Oplaadbare batterij
B
Staafbatterij
C
Penlite batterij
D
Platte batterij

Slide 16 - Quiz

Elektriciteit
1. Batterijen 
2. Spanningsbronnen
3. De stroomkring
4. Schakelingen
5. Vermogen en energie
6. Veiligheid

Slide 17 - Diapositive

Doel van de les
  • Je kunt voordelen en nadelen noemen van enkele spanningsbronnen
  • Je kunt uitleggen wat een generator is. 
  • Je kunt benoemen welke spanning er op een stopcontact staat. 
  • Je kunt beschrijven hoe elektriciteit bij jou thuis komt. 
  • Je kunt beschrijven welke spanning veilig is. 

Slide 18 - Diapositive

Je kunt voordelen en nadelen noemen van enkele spanningsbronnen
Voorbeelden van spanningsbronnen zijn: batterijen, dynamo
Nadeel van batterijen: die gaan leeg. Bij een dynamo niet. 
Nadeel van een dynamo: je moet zwaarder trappen om hem werkend te krijgen. 

Een dynamo zit op oude fietsen. 

Slide 19 - Diapositive

Leg uit wat een dynamo is:

Slide 20 - Question ouverte

Weet jij wat een generator is....
zo ja leg eens uit?

Slide 21 - Question ouverte

Je kunt uitleggen wat een generator is. 
een generator is een hele grote dynamo. 

Een generator geeft elektriciteit doordat bijvoorbeeld de wieken draaien van een windmolen. De spanning die de generator levert is veel groter dan die van een dynamo. 

Slide 22 - Diapositive

Je kunt benoemen welke spanning er op een stopcontact staat.  
Op alle stopcontacten in Nederland staat 230 V. 
In het buitenland kan dat anders zijn. Hier heb je soms een wereldstekker voor nodig. 

Slide 23 - Diapositive

Je kunt beschrijven hoe elektriciteit bij jou thuis komt. 
Elektriciteit komt vanaf een elektriciteitscentrale of op een 'groene manier' van windmolens en zonnepanelen. 
Elektriciteitscentrale heeft grote
generatoren die wel voor 10.000V zorgen. 

Via een verdeel station gaat de
elektriciteit naar je huis. Eerst
wordt in transformatorhuisjes
de spanning verlaagd tot 230V. 

Slide 24 - Diapositive

Je kunt beschrijven welke spanning veilig is. 
Een batterij kan je aanraken. 
Een dynamo ook. 
Je vinger in een stopcontact is niet zo
handig. Dit is erg gevaarlijk. 
Elke spanning kleiner dan 24 volt
is niet gevaarlijk. 

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag!

Samen lezen van blz 213 -216
Maken opdr 1- 7+
begrippenlijst begrippenlijst 2
Klaar: online flitskaarten oefenen

Slide 26 - Diapositive

Wat doet een dynamo?
A
Deze zorgt dat de fiets beweegt.
B
Deze zorgt voor spanning zodat je lamp het doet.

Slide 27 - Quiz

Wat doet een generator?
A
Deze zorgt voor een hogere spanning dan aan dynamo.
B
Deze zorgt voor een lagere spanning dan een dynamo.

Slide 28 - Quiz

Welke spanning is veilig?
A
230V
B
110V
C
Alles onder 24 V
D
1,5 V

Slide 29 - Quiz

Waar komt elektriciteit vandaan?
A
van af zee
B
elektriciteitscentrales
C
zonnepanelen en windmolens

Slide 30 - Quiz