Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Lesplanning
0 min
2 min Uitleggen doelen deze les
5 min Theorie uitleg
15 min Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole
35 min Filmpje
Inhoud
Werkvorm
Ontvangst
Individueel
Nieuwe Lesdoelen uitleggen
Klassikaal
Theorie uitleg
Klassikaal
Zelfstandig werken en huiswerkcontrole
Zelfstandig
Quizz
Samenwerken
Afsluiting herhalen doelen deze les
Klassikaal
Lesplanning
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Uitleggen hoe je een stoot krijgt
Een stoot kunnen uitrekenen stoot = F*t
Uitleggen hoe de massa de snelheidsverandering na de stoot beinvloed
Werken met de formule voor stoot en beweging
stoot = F*t = m *v
Slide 2 - Diapositive
Uitleggen hoe je een stoot krijgt
Slide 3 - Diapositive
Een stoot kunnen uitrekenen stoot = F*t
Afgeleid van een behoudswet,
F *s = energie = behouden.
Stoot is ook behouden;
Stoot = kracht * tijd; S = F*t --> maar wat kunnen we ermee?
Slide 4 - Diapositive
Uitleggen hoe de massa de snelheidsverandering na de stoot beinvloed
Slide 5 - Diapositive
Werken met de formule voor stoot en beweging
stoot = F*t = m *v
In een botsing is de stoot voor en na de bosting hetzelfde, Twee ballen:
m₁*v₁ + m₂*v₂ = m₁*v₁' + m₂*v₂'
Slide 6 - Diapositive
Zelfstandig werken
timer
1:00
Slide 7 - Diapositive
Quizz
Slide 8 - Diapositive
Wat is het verschil tussen Arbeid en Stoot?
A
Arbeid gaat over snelheid en stoot over krachten
B
Arbeid gaat over energie en stoot niet
C
Arbeid gaat over kracht en verplaatsing en stoot gaat over kracht en tijd
D
Arbeid en stoot zijn hetzelfde
Slide 9 - Quiz
Een kracht die over een bepaalde afstand werkt levert ...
A
stoot
B
arbeid
C
massa
D
niks
Slide 10 - Quiz
Een kracht die over een bepaalde tijd werkt levert ...
A
stoot
B
arbeid
C
massa
D
niks
Slide 11 - Quiz
Juist of onjuist. De eenheid van stoot is Ns
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
De formule van stoot is
A
= m*a
B
= F*t
C
= m*g
D
= F*s
Slide 13 - Quiz
Wat is de tweede wet van Newton?
A
Fres = m * a
B
a = Δv / Δt
C
Fres = 0
D
F * t = m * v
Slide 14 - Quiz
Een stoot werkt tussen twee voorwerpen dus als een zware bal tegen een lichte bal botst dan
A
Lichte bal versneld,
Zware bal staat stil
B
Lichte bal staat stil,
Zware bal kaatst terug
C
Lichte bal staat stil,
Zware vertraagd
D
Lichte bal versneld,
Zware vertraagd
Slide 15 - Quiz
Een stoot heeft als effect:
A
kracht
B
snelheidsverandering
C
arbeid
D
negatieve arbeid
Slide 16 - Quiz
Gordon heeft een massa van 80 kg en Giada 60 kg. Ze duwen elkaar met gelijke kracht weg. Wat kan je zeggen over de snelheid na de stoot?
A
Gordon heeft een grotere snelheid.
B
Giada heeft een grotere snelheid.
Slide 17 - Quiz
F = 15 N t = 3 minuten Bereken de stoot
A
45 Ns
B
0.083Ns
C
2700 Ns
D
12 Ns
Slide 18 - Quiz
Een kat valt van het balkon met beginsnelheid v = 0 m/s. Na 3 seconde komt de kat met beide poten op de grond met een snelheid van 29,43 m/s. Bereken de versnelling
Slide 19 - Question ouverte
Je kunt nu
Uitleggen hoe je een stoot krijgt
Een stoot kunnen uitrekenen stoot = F*t
Uitleggen hoe de massa de snelheidsverandering na de stoot beinvloed