Taalfamilies

Taal
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taal

Slide 1 - Diapositive

Taal
  • Wat weet je al over de meest gesproken talen  ter wereld, en welke verschillen/overeenkomsten zijn er tussen talen?
  • Hoe leer je eigenlijk een vreemde taal?
  • Welke rol speelt jouw motivatie bij het leren van een vreemde taal?
  • Wat zijn taalfamilies? 
  • Vervolgopdracht (mini-interview)

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht
Wat gaat er in je om als..... 
1. Als je weet dat je over 1 minuut in het Frans moet uitleggen waar je woont?  
2. Als je weet dat je over 1 minuut in het Frans aan je Franse buurman het volgende moet uitleggen: je staat in je pyjama op de gang en je deur is dichtgevallen. Mag je via zijn balkon naar dat van jullie klimmen om weer binnen te komen? Wat gaat er dan in je om?

Hoe bereid je je voor als...
1. Als je gevraagd wordt morgen 10 Franse die geen woord Engels spreken in je school rond te leiden. Hoe kun je je daar zoal op voorbereiden?

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht
-  Denk eens aan de wil om te leren als je je in de bovenstaande situaties bevindt en vergelijk die met de manier waarop je op school gemotiveerd bent om taal te leren. Is er verschil?

Slide 4 - Diapositive

Talen algemeen
Algemene talen quiz (Lesson Up)

Let op!
  • Timer 20-30 sec. bij meerkeuzevragen.


Slide 5 - Diapositive

Hoeveel talen worden er op de wereld gesproken?
A
Tussen de 1000 en 2000
B
Ongeveer 1 miljoen
C
Tussen de 7000 en 8000
D
Ongeveer 10 miljoen

Slide 6 - Quiz

Talen algemeen
1. Hoeveel talen worden er op de wereld gesproken?
  • Tussen de 7000 en 8000 talen
  • Hangt er vanaf (definitie 'taal', reken je 'dialecten' mee?)
  • Regelmatig nieuwe talen ontdekt én talen sterven uit

Slide 7 - Diapositive

Top 3 van de meest gesproken talen (als moedertaal).
A
Chinees, Spaans en Engels.
B
Frans, Spaans en Engels.
C
Spaans, Duits en Engels
D
Chinees, Frans en Spaans.

Slide 8 - Quiz

Top 3 van de meest gesproken talen ter wereld.
A
Engels, Chinees en Hindi.
B
Chinees, Engels en Frans.
C
Frans, Chinees en Hindi.
D
Spaans, Chinees en Hindi.

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen een taal en een dialect?

Geef een voorbeeld.
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte

Talen algemeen
3. Het verschil is niet makkelijk aan te geven, volgens het Van Dale woordenboek is een dialect een “in een bepaalde streek gesproken taal, afwijkend van de standaardtaal”.

Maar Fries wordt beschouwd als een taal, omdat het een gestandaardiseerde grammatica en woordenschat heeft. Dialecten die bij ons in de buurt worden gesproken zijn Sallands, Zwols, Twents, Stellingwerfs.

Slide 11 - Diapositive

4. Sleep de taal (blauw) naar het juiste schrift (rood).
Grieks
Russisch
Chinees
Latijn
Hebreeuws
Arabisch

Slide 12 - Question de remorquage

Talen leren
Opdracht: Leer in 5 minuten zoveel mogelijk* van de onderstaande maanden van het jaar.

*Route 1: Kies de bovenste 5 maanden en leer deze.
**Route 2: Probeer álle maanden te leren. 

Klaar? Vul opdracht 1 in (boekje)
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Taalfamilies

Slide 14 - Carte mentale

Taalfamilies
De Indo-Europese taalfamilie

Slide 15 - Diapositive

Taalfamilies

Slide 16 - Diapositive

Taalfamilies

Slide 17 - Diapositive

Taalfamilies
Zoek aan de hand van de getallen 1-10 de talen die op elkaar lijken (opdr. 2).

A. Schrijf de naam op van de Indo-Europese
taalfamilie. Kies uit: Germaans, Romaans,
Slavisch en Indo-Iraans.

B. Schrijf de naam van de talen op.
Kies uit: Frans, Urdu, Perzisch, Duits, Engels,
Pools, Spaans, Dothraki, Tsjechisch, Klingon,
Koerdisch, Kroatisch, Nederlands en Roemeens.
LET OP! Er blijven 2 over ('rest').

timer
15:00

Slide 18 - Diapositive

Taalfamilies
1. ________
2. ________
3. ________
4. ________
5. ________
6. ________
7. ________
8. ________

Slide 19 - Diapositive

Taalfamilies
Ik voel een voet (antwoorden)

1    Nederlands
2    Duits
3    Zweeds
4    Portugees
5    Frans
6    IJslands
7    Bulgaars
8    Chinees



Slide 20 - Diapositive

Vervolgopdracht
Interview 2 familieleden
(neef/nicht/tante/oom/ouder(s)/opa/oma etc)
1. Waar komt u vandaan?
2. Welke talen en/of dialecten spreekt u?
3. Welke talen en/of dialecten zou u willen spreken en waarom?
4. Vindt u dat het leren van een vreemde taal, zoals Frans, moeilijk of makkelijk is en waarom vindt u dat?

5. Bedenk een eigen vraag.
                                                               Schrijf een korte conclusie.


Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien