P2, les 7 - NED SCHR 2F+3F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Schrijven, periode 2

Doelen van hoofdstuk 1

• Je kan een memo schrijven.  
  
• Je kan een advertentie, affiche of flyer schrijven.
  
• Je kan een instructie schrijven.
  
• Je kan een formulier invullen.

Doelen van hoofdstuk 2

• Je kan een tekst in fasen schrijven.
  
• Je kan een verslag en notulen schrijven.
  
• Je kan een informatief artikel schrijven.
  
• Je kan een betoog schrijven.

Doelen van hoofdstuk 3

• Je kan je taal afstemmen op je doel en publiek.
• Je kan een een verzorgde e-mail schrijven.
  

SCHRIJVEN?

Test jouw kennis....

De 5w+h-vragen helpen om ...

1. een tekst te schrijven
2. de belangrijkste informatie te verwerken
3. om de hoofdgedachte weer te geven
4. je tekstdoel in te vullen

Je opa en oma lezen je instructie door. Ze vinden het toch makkelijker als jij het voor ze doet. Dat ga je dus echt niet doen! Je wilt een tekst schrijven om ze te overtuigen. Welke tekstsoort gebruik je?

1. informerende tekst
2. betogende tekst
3. instructieve tekst

Als je een advertentie moet schrijven, wat is dan het belangrijkste doel van je tekst?

1. amuseren
2. informeren
3. overhalen
4. instrueren

In het schrijfplan gebruik je:

1. lange, hele zinnen
2. uitgebreide alinea-indelingen
3. steekwoorden
4. veel zinnen

Een schrijfplan moet minimaal de volgende onderdelen bevatten:

1. schrijfdoel, doelgroep, onderwerp, structuur van de tekst
2. voorkennis, hoofdgedachte, structuur van de tekst
3. aanleiding, middenstuk en slot van de tekst

Voor het vak Burgerschap moet je een tekst schrijven over een onderwerp dat met het verkeer te maken heeft. Jij vindt dat we in Nederland veel te hard mogen rijden op de snelweg.
Door goede argumenten te verzinnen hoop je je medestudenten te overtuigen van jouw mening.
Welke tekstsoort past hier het beste bij?

1. advertentie
2. betoog
3. informatief artikel
4. recensie

Een zakelijke e-mail is ...

1. formeel
2. informeel

Wat zet je in de inleiding van een
e-mail?

1. waarom je schrijft
2. je boodschap
3. je klacht
4. je verwachting

Waar of niet waar?
Een e-mail heeft altijd een onderwerp.

1. waar
2. niet waar

Een zakelijke e-mail onderteken je met ...

1. alleen je voornaam
2. alleen je achternaam
3. je voor- en achternaam
4. je volledige adres

Wat zet je in het slot van een e-mail?

1. je mening
2. een conclusie
3. wat je van de lezer verwacht
4. een samenvatting

Wat is geen goed voorbeeld van zakelijk schrijven?

1. sollicitatiebrief
2. e-mail naar een docent
3. e-mail naar je baas
4. groepsapp 'weekend'

Bij het schrijven van een betogende tekst wil je ...

1. dat de lezer het met je eens wordt
2. dat de lezer iets weet of begrijpt
3. de lezer aanzetten tot actie of handelen
4. de lezer vermaken

Sleep de kenmerken naar de juiste tekstsoort.

Memo

Instructie

titel

onderwerp

feitelijk, beknopt en volledig

uitleg in stappen

nummers, dots en/of signaalwoorden

5w+h-vragen

Tot zover het oefenen.

Maar wat moet je nou ook alweer leren voor de toetsweek?

Leren voor de toets

Schrijven - hoofdstuk 1, 2 en 3

SCHR1: 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4

SCHR2: 2.1, 2.4, 2.5 en 2.6

SCHR3: 3.1 en 3.2

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃