3T - Cursus Spelling - Herhaling leerjaar 2T

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Welkom bij Nederlands!

Bij Nederlands

Fijn dat je er bent!

Pak je boek, schrift en een pen. 

Log in op deze LessonUp. Leg daarna je iPad plat op tafel. 

Dagopening

Vandaag

• Dagopening
• Planning
• Mededelingen 
• Voorlichting vakkenkeuze 
• Herhaling spelling leerjaar 2 
• Evaluatie 

Mededelingen

• Cijfers zinsdeelontleding waren fantastisch. (7,9 gemiddeld)
• Annelies en Sam moeten deze toets nog inhalen. Wanneer?
• Ingeschreven voor Doe-dag Firda op 26 maart? Dit is verplicht vanuit je LOB-opdracht. En moet voor 28-02-2025.
• Vrijdag zijn de rapporten uitgedeeld met een advies. Nog vragen daarover?Straks voorlichting vakkenkeuze. 

Neem de zin over en voeg de ontbrekende hoofdletters + leestekens toe.

mijn moeder vroeg Hoe ging het op school vandaag

Neem de zin over en voeg de ontbrekende hoofdletters + leestekens toe.

de martinitoren staat toch echt in groningen niels

Noteer het meervoud van het woord:

bikini

• Je kent de spelregels die je een leerjaar 2 geleerd hebt. 

Lesdoelen

Herhaling

Spelling van:

hoofdletters, leestekens, het bijvoeglijk naamwoord, meervouden & verkleinwoorden. 

Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Geeft extra info (details) over een zelfstandig naamwoord: de zwarte kat, het grote feest.

Let op, soms moet je:

een -f- in een -v- veranderen:

lief → lieve; naïef → naïeve;

een -s- in een -z- veranderen:

grijs → grijze; serieus → serieuze;

 de laatste letter (medeklinker) verdubbelen:

fris → frisse; glad → gladde;

een a, e, o of u (klinker) weghalen:
traag → trage; zuur → zure.

Noteer de juiste vorm
Het ... (marmer) aanrecht.

Noteer de juiste vorm
De ... (agressief) reactie.

Noteer de juiste vorm
De ... (braaf) hond.

Noteer de juiste vorm
Het ... (steen) huis.

Noteer de juiste vorm
De ... (slim) opmerking.

Noteer de juiste vorm
Het ... (vies) vloerkleed.

Meervouden

Meervouden

Er zijn verschillende manieren waarop je het meervoud van zelfstandige naamwoorden maakt.

Zet -s achter het woord

Bijvoorbeeld: tafel – tafels; speldje – speldjes; vakantie – vakanties.

Meestal moet de -s aan het woord vast.

Gebruik ’s als je het woord verkeerd uitspreekt:

echo – echo’s; kiwi – kiwi’s; oma – oma’s.

Woorden die eindigen op een -y krijgen ’s:
ijslolly – ijslolly’s.

Zet -en achter het woord

Bijvoorbeeld: lamp – lampen; tand – tanden; boek – boeken.

Soms moet je ook iets anders veranderen.
Bijvoorbeeld: boot – boten; mug – muggen; duif – duiven; kaas – kazen.

Noteer het meervoud van:
tomaat

Noteer het meervoud van:
laars

Noteer het meervoud van:
mango

Noteer het meervoud van:
route

Noteer het meervoud van:
olijf

Verkleinwoorden

Verkleinwoorden

Een verkleinwoord maak je meestal door het achtervoegsel -je achter een zelfstandig naamwoord te plakken:
boek-boekje, potlood-potloodje

Soms moet je ook nog iets anders doen:

broer -> broertje

raam -> raampje

buiging -> buiginkje

wandeling -> wandelingetje

zon -> zonnetje

pizza -> pizzaatje

saté -> sateetje

baby -> baby'tje

bikini -> bikinietje

Kies het juiste verkleinwoord

1. woningkje
2. woninkje
3. woningetje

Kies het juiste verkleinwoord

1. colaatje
2. cola'tje
3. colatje
4. cola's

Kies het juiste verkleinwoord

1. lollytje
2. lollietje
3. lollyetje
4. lolly'tje

Noteer het verkleinwoord van:
kano

Noteer het verkleinwoord van:
jacuzzi

Noteer het verkleinwoord van:
kar

Noteer het verkleinwoord van:
dvd

Opdrachten maken

1. Ga naar de online methode. 

2. Kies Cursus 7: Spelling

3. Kies § 1: herhaling leerjaar 2kgt

4. Maak opdracht 1 t/m 6

Klaar? Verder lezen uit je leesboek. 

Exit Ticket
Waar heb jij nog moeite mee?

Hoofdletters & leestekens

Spellen van het bijvoeglijk naamwoord

Spellen van meervouden

Spellen van verkleinwoorden

Ik begrijp alle lesstof