havo 3 betoog

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom Havo 3

- Wat je al weet:

feiten, meningen, argumentatiestructuur

- Uitleg betoog, theorie, aantekening, uitlegfilmpje en meerkeuze vragen

Lesdoelen

Aan het einde van de les:... 

...is jouw voorkennis geactiveerd

...weet je wat een betoog is;

...kun je uitleggen hoe de opbouw van een betoog eruitziet;

...kun je de verschillende onderdelen uit een betoog benoemen;

.

Wat is een betoog?

Een betoog is een overtuigende tekst. In een betoog probeert de schrijver zijn lezers ervan te overtuigen dat hij gelijk heeft door het geven van argumenten. In het begin van een betoog wordt er vaak een stelling / standpunt geformuleerd. In de rest van het betoog wordt deze stelling met argumenten en voorbeelden versterkt. Ook kan de schrijver gebruik maken van het verwerpen van tegenargument.

De opbouw van een betoog

Inleiding: introductie van het onderwerp (aandacht van de lezer trekken), stelling en standpunt

Kern/middenstuk: argumenten + onderbouwing, tegenargument en weerlegging

Slot: Herhaling van je standpunt (in andere woorden) + goede afsluiting

aantekening (dus neem over)

Betoog

doel: anderen overtuigen met behulp van argumenten

inleiding --> stelling + standpunt aangeven (anekdote, voorbeeld, etc.)

argument 1 (signaalwoord, opsomming, bijv. ten eerste)

--> argument 2 (signaalwoord, opsomming, bijv. bovendien)

tegenargument

--> weerlegging (signaalwoord = maar)

Slot --> conclusie / samenvatting signaalwoord (dus, al met al, kortom...)

Geen nieuwe informatie in het slot!!

.

In een betoog geeft de schrijver

1. advies
2. informatie
3. zijn mening
4. voor- en nadelen

Het doel van een betoog is de lezer

1. te amuseren
2. te informeren
3. te adviseren
4. te overtuigen

De inleiding bestaat uit

1. de argumenten en onderbouwing
2. Een verhaal over het onderwerp
3. een aandachtstrekker + stelling en standpunt
4. De opbouw van je betoog

In de kern/het middenstuk geef je

1. je mening
2. aan wat verschillende mensen vinden van de stelling
3. informatie over voor- en tegenstanders van de stelling
4. argumenten+ tegenargument en weerlegging

Een weerlegging is als

1. je de argumenten versterkt
2. je het genoemde tegenargument ontkracht
3. als je een tegenargument geeft
4. je je standpunt duidelijk maakt

In het slot mag je nooit nieuwe informatie geven.

1. Waar
2. Niet waar