cursus 2.1; intro

Wereldplein
Mevrouw van Beek 
Hoofdstuk 2:  arm en rijk
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wereldplein
Mevrouw van Beek 
Hoofdstuk 2:  arm en rijk

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 2.1
  •  Je kunt uitleggen wat basis (primaire) behoeften zijn.


  • Je kunt kunt uitleggen wat secundaire behoeften zijn.

 

  • Je kunt van beide behoeften 3 voorbeelden noemen.

Slide 2 - Diapositive

praat in je groepje over: 
Wat heeft ieder mens nodig om te kunnen leven?
Wat heb je niet echt nodig om te kunnen (over)leven? 

Slide 3 - Diapositive

Noem twee dingen die volgens jou ieder mens nodig heeft.

Slide 4 - Carte mentale

Basis (primaire) behoeften

= Dingen die elk mens nodig heeft:

  1. Voedsel
  2. Kleding
  3. Een huis
  4. Gezondheidszorg
  5. Onderwijs


Iemand is arm als deze niet in de basisbehoeften kan voorzien!

Slide 5 - Diapositive

Wat heb je niet echt nodig om te kunnen (over)leven?

Slide 6 - Carte mentale

Secundaire behoeften

= Dingen die niet noodzakelijk zijn om te kunnen leven:

  • Sieraden
  • Vakantie
  • Film in de bioscoop
  • Telefoon
  • enz.

Slide 7 - Diapositive

Kinderarbeid
Kinderarbeid is wanneer kinderen heel veel en hard moeten werken voor weinig geld. Ook kunnen ze vaak niet naar school.

Slide 8 - Diapositive

Wanneer ben je arm?
  • Als je niet aan je basisbehoeften (primaire behoeften) kunt voldoen.

Voorbeeld: je kunt geen dokter betalen als je ziek bent of geen schoolgeld om naar school te kunnen gaan.

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Wat is GEEN basisbehoefte?
A
Eten & drinken
B
Onderdak
C
Electriciteit
D
Gezondheidszorg

Slide 12 - Quiz

Wat is een ander woord voor basisbehoeften?
A
Primaire behoeften
B
Secundaire behoeften
C
Eten & drinken
D
Armoede

Slide 13 - Quiz

Wanneer leeft iemand in armoede?
A
Als hij geen mobieltje heeft
B
Als hij niet aan de basisbehoeften kan voldoen
C
Als hij buiten Europa woont
D
Als hij alleen woont

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

De bus en de tram hebben als .... dat zij openbaar vervoer zijn.
A
overeenkomst
B
verschil

Slide 16 - Quiz

praat in je groepje over: 
Overeenkomsten en verschillen tussen deze foto's

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Typ 2 overeenkomsten

Slide 20 - Question ouverte

Typ 2 verschillen

Slide 21 - Question ouverte

Welvaart 
Rijkdom, als mensen genoeg geld hebben voor (meer dan) hun basisbehoeften. 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

inkomsten
uitgaven

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

praat in je groepje over: 
Heb jij inkomsten?
Hoe kom je daaraan?
Waaraan geef jij geld uit? 

Slide 27 - Diapositive

Geld krijgen of verdienen

  • je kunt geld krijgen ( bv zakgeld)
  • je kunt geld verdienen (bijbaantje)

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Evaluatie Lesdoelen 2.1
  • Je kunt uitleggen wat basisbehoeften (primaire behoeften) zijn,


  • Je kunt uitleggen wat secundaire behoeften zijn.


  • Je kunt van beide behoeften 3 voorbeelden noemen.

Slide 30 - Diapositive