H2§4 dichtheid

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Bespreken huiswerk opgaves 
- Herhalen vorige les 
- Wat is dichtheid 
- Rekenen aan dichtheid 
- Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.
- Je kunt uitleggen waarom dichtheid een stofeigenschap is.
- Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.
- Je kunt aan de hand van de dichtheid uitleggen waarom een stof zinkt, zweeft of drijft.

Slide 3 - Diapositive

Een symbool voor massa kan zijn...
A
g
B
cm
C
p
D
m

Slide 4 - Quiz

Welke formule gebruik je bij het berekenen van het volume?
A
l x b x h
B
m/v
C
p x v

Slide 5 - Quiz

Wat is het zwaarste...
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
twee kilo veren

Slide 6 - Quiz

Dichtheid

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Paragraaf 2.4
De dichtheid zegt dus iets over hoeveel materiaal (massa) er in een bepaalde ruimte (volume) zit. De combinatie van die 2 geeft je de dichtheid. 

Het blijkt dat elke stof zijn eigen dichtheid heeft. Als je gaat kijken naar hoeveel 1 cm3 goud weegt, dan is dat altijd 19,3 gram. Bij aluminium is dat 2,7 g per cm3

Slide 9 - Diapositive

Paragraaf 2.4
Door de dichtheid van een stof te bepalen kun je er dus achter komen met welke stof je te maken hebt... Dit is dus een stofeigenschap!

Slide 10 - Diapositive

Paragraaf 2.4
De dichtheid reken je uit door de massa te delen door het volume. Je wilt namelijk steeds kijken hoeveel gram 1 cm3 weegt, zo kun je eerlijk vergelijken. In formule:
                                                   ρ=m/V

ρ=Dichtheid in gram per kubieke centimeter (g/cm3)
m= Massa in gram (g)
V= Volume in kubieke centimeter (cm3)

Slide 11 - Diapositive

Paragraaf 2.4
De dichtheid zegt nog meer. Iets met een kleine dichtheid ligt altijd boven op iets met een grote dichtheid. Helium heeft een kleinere dichtheid dan lucht en zal dus bovenop de lucht willen zitten (opstijgen).
Olie heeft een kleinere dichtheid dan water en dus drijft olie op het water. IJzer heeft een grotere dichtheid dan water en zal dus zinken in het water. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Huiswerk - Zelfstandig werken
1 t/m 5 + 7
Je mag overleggen met je buurman.
Alleen werken wordt gestimuleerd, op je toets
moet je het ook alleen doen. 

Slide 14 - Diapositive