4 november

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Het Collosseum
  • Bespreken 7A, t/m 9.
  • Vertalen 7A
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Het Collosseum
  • Bespreken 7A, t/m 9.
  • Vertalen 7A

Slide 1 - Diapositive

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Question ouverte

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Diapositive

Grammatica: groep 3. 
  • Zelfstandig naamwoorden groep 1: uitgang op -a
  • Zelfstandig naamwoorden groep 2: uitgang op -us of -um
  • Zelfstandig naamwoorden groep 3: uitgang op "iets anders".
  • Maar: de genetivus eindigt altijd op -is.
  • Leer van deze woorden dus naast de betekenis ook de genetivus! 
  • Je vindt de stam door -is van de genetivus te halen

Slide 4 - Diapositive

Grammatica: groep 3. 
  • Enkelvoud      
  • Nominativus:  rex                nomen
  • Genitivus:         reg-is          nomin-is
  • Dativus:             reg-i            nomin-i
  • Accusativus:   reg-em       nomen
  • Ablativus:         reg-e           nomin-e

Slide 5 - Diapositive

Grammatica groep 3. 
  • Meervoud
  • Nominativus:    reg-es       nomin-a
  • Genitivus:           reg-um     nomin-um
  • Dativus:               reg-ibus   nomin-ibus
  • Accusativus:     reg-es       nomin-a
  • Ablativus             reg-ibus   nomin-ibus

Slide 6 - Diapositive

Grammatica: groep 3. 
  • Geslachten van de woorden van groep 3:
  • Woorden die verwijzen naar een man of mannelijk dier zijn mannelijk
  • Woorden die verwijzen naar een vrouw of vrouwelijk dier zijn vrouwelijk
  • Woorden die eindigen op –os, –or of –er zijn meestal mannelijk 
  • Woorden die eindigen op –o, –s of –x zijn meestal vrouwelijk 
  • Woorden die eindigen op –us (genitivus op –eris of -oris) of –men
    (-minis) zijn onzijdig 

Slide 7 - Diapositive

Grammatica: bijvoeglijk naamwoorden 
  • Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op -us passen zich aan qua geslacht aan het woord waar het bij hoort
  • Voorbeeld: bonus (m), bona (v), bonum (o)
  • Deze bijvoeglijk naamwoorden worden dus verbogen via groep 1 of 2. 

Slide 8 - Diapositive

Grammatica: bijvoeglijk naamwoorden 
  • Er zijn bijvoeglijk naamwoorden die niet op -us eindigen, maar op "iets anders".
  • Zij hebben dan een genetivus op -is.
  • Zij volgen dus het rijtje van "groep 3".
  • Uitzonderingen: Genetivus meervoud:  -ium
  • Nominativus en Accusativus  Onzijdig. meervoud: -ia
  • De mannelijke en vrouwelijke vorm is meestal hetzelfde, de onzijdige vorm kan afwijken. 

Slide 9 - Diapositive

Grammatica: congruentie 
  • Onthoud: 
  • Een bijvoeglijk naamwoord past zich altijd aan in 
  • Naamval, geslacht en getal aan het woord waar het bij hoort
  • (Maar niet in uitgang!)
  • (Het blijft dus "gaan" volgens de groep waar het bij hoort). 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Vedius Pollio valde dives erat.

Slide 12 - Question ouverte

In magna villa habitavit et multos servos habuit.

Slide 13 - Question ouverte

Crudelis quoque erat.

Slide 14 - Question ouverte

Pollio, cum servus peccaverat, solebat eum in vivarium inicere.

Slide 15 - Question ouverte

In vivario murenae erant, quae sanguine hominum
saginabant.

Slide 16 - Question ouverte

Quodam die Pollio imperatorem Augustum, amicum suum, ad cenam invitavit.

Slide 17 - Question ouverte

Dum amici cenant, unus ex servis Pollionis imprudens crystallinum fregit.

Slide 18 - Question ouverte

Pollio, quia valde iratus erat, alios servos illum in
vivarium inicere iussit.

Slide 19 - Question ouverte

Servus autem confugit ad imperatoris pedes et dixit:

Slide 20 - Question ouverte

“domine, videsne crudelitatem Pollionis? Parce mihi!”

Slide 21 - Question ouverte

Motus verbis imperator iussit alios servos omnia crystallina frangere et his vivarium complere.

Slide 22 - Question ouverte

Praeterea Pollioni dixit: “Cur poena gravis?

Slide 23 - Question ouverte

Si bonus servus crystallinum frangit, necesse est eum interficere?

Slide 24 - Question ouverte

Hominem necas, ubi imperator ipse adest?

Slide 25 - Question ouverte

Manumitte servum et cena gaudeamus!”

Slide 26 - Question ouverte

Sic Augustus amicum castigavit et servum a morte servavit.

Slide 27 - Question ouverte

Aan het werk. 
  • Vertaal 7A, af. 

Dit is ook huiswerk.
Daarnaast: leer de woordjes en grammatica t/m hoofdstuk 6 en de woordjes van 7A. 

Slide 28 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 29 - Question ouverte

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 30 - Question ouverte