Les 2

Wat is een andere naam voor CPU?
A
RAM
B
Precessor
C
Processor
D
Predecessor
1 / 48
suivant
Slide 1: Quiz dans vidéo interactive
InformaticaVocational Education

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat is een andere naam voor CPU?
A
RAM
B
Precessor
C
Processor
D
Predecessor

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is hardware?
A
alle programma's die op een pc staan
B
muis en toetsenbord
C
alle interne onderdelen van een pc
D
alle onderdelen die je kan aanraken

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere naam voor CPU?
A
RAM
B
Precessor
C
Processor
D
Predecessor

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere naam voor CPU
A
RAM
B
Precessor
C
Processor
D
Predecessor

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere naam voor CPU?
A
RAM
B
Precessor
C
Processor
D
Predecessor

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere naam voor CPU
A
RAM
B
Precessor
C
Processor
D
Predecessor

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zorg je er voor dat een CPU niet te warm wordt?
timer
2:00

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staat GHz voor?
A
Gehandicaptenzorg
B
Geestelijke handicap zorg
C
Grote Handicap Ziekenhuis
D
Gigahertz

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je in de foto?
A
RAM-geheugen
B
ROM-geheugen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere naam voor werkgeheugen?
A
ROM
B
DMV
C
Interne componenten
D
RAM

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet op volgorde van klein naar groot:
A
kilobyte - megabyte - terabyte - gigabyte
B
megabyte - kilobyte - gigabyte - terabyte
C
kilobyte - megabyte - gigabyte - terabyte
D
megabyte - terabyte - gigabyte - kilobyte

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet deze key?
A
Alt
B
Shift
C
Backspace
D
Tab

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van de (computer)muis?
A
Om preciezer kunnen werken
B
Om sneller te kunnen werken
C
Het is beter voor je hand en arm
D
Gebruiks-vriendelijkheid

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom worden er tegenwoordig steeds minder scanners gebruikt ?
A
Je kan makkelijk met je telefoon of je tablet een foto van je documenten maken.
B
Scanners werken niet goed genoeg om mooie kopieën te maken.
C
Scanners zijn te duur.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een microfoon converteert...
A
geluid naar elektrische stroom
B
elektrische stroom naar geluid

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een gekleurd puntje op een beeldscherm noem je
A
de lichtbron
B
de laserstraal
C
de fitting
D
de pixel

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt onder de invoerapparaten voor een computer?
A
Muis, printer, toetsenbord
B
Scanner, luidsprekers, touch-screen
C
Touch-screen, scanner, toetsenbord
D
Printer, trackball, monitor

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort printer is het snelst ?
A
Matrixprinter
B
Laserprinter
C
Inkjetprinter

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een plotter kan je het beste gebruiken voor het printen van...
A
birthday card
B
reclameposter
C
brief
D
foto

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een luidspreker converteert
A
geluid naar elektrische stroom
B
elektrische stroom naar geluid

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een harde schijf is een voorbeeld van magnetische opslag (magnetic storage)
A
Waar
B
Onwaar

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Newer computers have a _________ instead of a hard drive because it is faster.
A
Network drive
B
Heat sink
C
Solid state drive
D
Motherboard

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een DVD wordt de informatie (enen en nullen) opgeslagen door ...
A
magnetische deeltjes te draaien op het glimmende aluminium laagje.
B
met verschillende kleuren licht op de DVD te schijnen.
C
putjes in de plastic laag van de schijf.
D
een met elektriciteit wisbare laag.

Slide 42 - Quiz

Een laserstraaltje beschijnt deze kuiltjes en vlakjes (Pits and Lands) en de weerkaatsing komt dan wel of niet op de 'ontvanger'

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De opslagcapaciteit (storage capacity) van een USB-stick wordt gemeten in :
A
byte
B
kilobyte
C
megabyte
D
gigabyte

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tape drive wordt gebruikt voor:
A
games
B
MS Word
C
muziek
D
backups

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions