Grootheden en eenheden §2.1

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Planning voor vandaag

• Herhaling van vorige les
• Belangrijke afspraken voor periode 2
• Samen oefenen met negatieve getallen en temperatuur
• Werken aan je planning

Negatieve getallen en grote getallen extra uitleg 

-4,8

-12                                    45834

ken je voorbeelden waarbij je negatieve getallen gebruikt?

negatieve getallen

Negatieve getallen

• Getallen onder 0
• Temperatuur
• Banksaldo
• waterpeil (onder zeeniveau)
  

Negatieve getallen
-4-3=

1. 7
2. 1
3. -1
4. -7

-2 + -4

1. 2
2. 6
3. -6
4. -2

Maria staat 15 euro rood bij de bank (schuld). Ze krijgt 27 euro overgemaakt van haar vriendin. Ze rekent haar nieuwe saldo uit.
Welke rekensom past hierbij?

1. 15 - 27 = -12
2. -15 - 27 = -42
3. -15 + 27 = 12
4. 15 + 27 = 42

-2 - -4

1. 2
2. -6
3. -2
4. 6

examensom

Op de volgende dia zie je een examensom. Lees hem goed en reken op een los blaadje  uit. Voer je antwoord daarna in op de daarop volgende dia.

Noteer de som en het antwoord.

Welke van onderstaande getallen zijn negatieve getallen en welke positieve getallen?

Positief getal

Negatief getal

12

-6

-4

--8

-4 + - 9 =

-6 - - 10 =

Grote getallen

Hoeveel is de 8 waard in het volgende getal?
48523

1. 80000
2. 8000
3. 800
4. 80

Hoe gaat het met negatieve en grote getallen?

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag

• Afmaken van §2.0 en 2.1