Sociale vaardigheden/ assertiviteit

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Doelstelling

De student kan en weet aan het einde van de les:

-de uitgangspunten van assertiviteit 

- belemmerende gedachten 

-heeft geoefend met assertiviteit

-kan aandachtspunten toepassen in de praktijk 

-

Wat is voor jullie assertiviteit?

Assertiviteit

Opkomen voor jezelf 

Subassertief

wensen van de ander zijn belangrijker dan die van mij

( zacht op de inhoud en zacht op de relatie) 

Agressief

eigen behoeften gaan voor ten koste van de ander

( hard op de relatie en hard op de inhoud) 

Assertief

opkomen voor jezelf met behoud van de relatie

( hard op de inhoud en zacht op de relatie) 

Met behoud van de relatie

-respect voor de ander

-vertrouwen in jezelf

Wat is zelfvertrouwen?

jezelf kwetsbaar opstellen

je eigen doelen voor ogen houden

nee durven zeggen, grenzen aangeven

overtuigend spreken

Zelfvertrouwen 

gevoel van eigenwaarde

vertrouwen in jezelf

in wat je doet en wat je bent

Overlevingsmechanismen

vechten

vluchten

negeren en vermijden

Wat doe jij als je onzeker bent?

vechten

vluchten

negeren/vermijden

Belemmerende gedachten

deze beïnvloeden je zelfvertrouwen

Wat zijn voor jou belemmerende gedachten?

Hoe dan? 

Doemdenken

ongezond perfectionisme

love junk

moraalridder

slachtoffer 

Wat vindt jij assertief?

De manager vindt dat ...

Ik zou graag willen..

Je moet...

Hard op de inhoud

Richt je op de inhoud

duidelijk zijn/ wat wil je?

stelling durven nemen

Zacht op de relatie

luisteren, samenvatten en doorvragen

inleven in de ander

Non verbaal

Congruent

lichaamshouding

mimiek

volume en tempo van spreken

Tips

Open houding/ rechtop

oogcontact ( in Nederland) 

Spreek:- concreet

- geen verkleinwoorden

- kort en bondig

Instructie

Je hebt de afgelopen week al 2 extra dagen gewerkt. Jouw collega belt jou tijdens je vrije dag: er is weer een ziekmelding en ze zoeken met spoed een late dienst. Jij wil dit niet. Hoe ga je dit bespreken?