H3FictieH3

tekstverbanden
1 / 21
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

tekstverbanden

Slide 1 - Carte mentale

Herhaling fictie hoofdstuk 2

Slide 2 - Diapositive

genres

Slide 3 - Carte mentale

Wat zijn stijlfiguren?
A
Stijlfouten
B
Iets ingewikkelder opschrijven
C
Trucjes met taal
D
De vorm van een gedicht

Slide 4 - Quiz

Deze stijlfiguur gebruik je om minder hard over te komen.
Deze stijlfiguur gebruik je om iets af te zwakken.
Deze stijlfiguur gebruik je als je overdrijft.
Hyberbool
Understatement
Eufemisme

Slide 5 - Question de remorquage

Jouw voorbeeld van sarcasme

Slide 6 - Question ouverte

Hoofdstuk 3

Slide 7 - Diapositive

Doelen
  1. Ik kan personages herkennen als hoofdpersoon, helper of tegenstander. 
  2. Ik weet wat een recensie is. 

Slide 8 - Diapositive

Wie is de hoofdpersoon van een verhaal?

Slide 9 - Question ouverte

Hoofdpersoon
Bijfiguren

Helpers                                                   Tegenstanders

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Geef een beschrijving van Donald Duck

Slide 13 - Question ouverte

Personage beschrijven
- Uiterlijk
- Kenmerken
- Karaktereigenschappen 


Direct
Indirect

Slide 14 - Diapositive

"Ik keek naar Aaron terwijl zijn gezicht wit werd en zijn handen trilden terwijl ze over de telefoon hingen."
A
Direct
B
Indirect

Slide 15 - Quiz

"Stephanie is een lange, mooie vrouw met verbazingwekkende artistieke capaciteiten."
A
Direct
B
Indirect

Slide 16 - Quiz

Wat is een recensie?
A
onderzoek naar een werk
B
verbeteringen in een werk
C
kritische beoordeling van een werk
D
een recent werk

Slide 17 - Quiz

Een recensie is ....
A
objectief
B
subjectief

Slide 18 - Quiz

Uitleggen
Activeren
Amuseren
Informeren
Overtuigen
Uitnodiging
Recensie
Stripverhaal
Weerbericht
Recept

Slide 19 - Question de remorquage

Doelen
  1. Ik kan personages herkennen als hoofdpersoon, helper of tegenstander. 
  2. Ik weet wat een recensie is. 

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
Maken fictie (H3, 102-111)
Opdracht 1 + 3 


Slide 21 - Diapositive