2.1-2.4 (12-4-2022) KB

• Duits
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

• Kapitel 4: Freizeit!
• Lernliste, Plauderecke, Slim Stampen
• Grammatik

Herzlich Wilkommen!

Der Plan:

1: Kapitel 4 Fragen

2: Üben

Basis - Kader: Grammatik

1: Getallen van 21 - 100, 1000 en 1 miljoen (+ tot 21!)

21: einundzwanzig

60: sechzig

1.000.000: eine Million

2: Regelmatig werkwoord ((fe)esttenten)

> Werkwoorden naar de stam: Schreiben > Schreib

> Persoon met vaste uitgang: Ich + -e / du + -st / .....

> Ich schreibe  /  Du schreibst

zesentwintig : 26

Duits?

1. Sechszwanzig
2. sechsundzwanzig
3. sechsunddreißig

duizend : 1000

Duits?

1. Duuzend
2. Tûsend
3. Tausend

Wonen > Ik woon

Ich wohn......

1. (ich = +e) wohne
2. (ich = +st) wohnst
3. (ich = + en) wohnen

schreiben > Hij schrijft

Er schreib.......

1. (er/sie/es + s) schreibs
2. (er/sie/es + t) schreibt

Die Wörter

Der Schiedsrichter

1. de scheidsrechter
2. De scheidingslijn
3. De shovel

Frieren (weil es kalt ist)

1. Frituren
2. Frikandel
3. bevriezen

Die Brücke

1. de brug
2. de berger
3. de beer

Das Spiel

1. Het spel
2. vertellen
3. de professional

"Wann trainierst du?

1. "waar train jij?
2. Wanneer train jij?

Spielst du ein Instrument?

1. Speel jij een instrument?
2. Jij speelt geen instrument

Vielen Dank!