Onderwerp van een tekst 2T1

Wat leer je?

  •    Herhalen : tekstdoelen en tekstsoorten
  •    Herhalen verschillen tussen verkennend, grondig en zoekend lezen.
  •    Verschil tussen onderwerp en deelonderwerp
  •     Maandag 4 december toets Lezen blok 1 en 2 
  • Het leren schrijven van een correcte e-mail 
  • Het leren schijven van een informerende tekst




1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat leer je?

  •    Herhalen : tekstdoelen en tekstsoorten
  •    Herhalen verschillen tussen verkennend, grondig en zoekend lezen.
  •    Verschil tussen onderwerp en deelonderwerp
  •     Maandag 4 december toets Lezen blok 1 en 2 
  • Het leren schrijven van een correcte e-mail 
  • Het leren schijven van een informerende tekst




Slide 1 - Diapositive

Schrijven hoofdstuk 1 

  • Maandag 4 december toets Lezen blok 1 en 2

Schrijven hoofdstuk 1

Slide 2 - Diapositive

Wat weet ik al over een
persoonlijke e-mail?

Slide 3 - Carte mentale

Lesdoel
  • Ik weet wat het tekstdoel en leespubliek is bij een persoonlijke e-mail.
  • Ik weet wat de juiste indeling is van een persoonlijke e-mail.
  • Ik weet  dat informeel taalgebruik hoort bij een persoonlijke e-mail.

Slide 4 - Diapositive

Leespubliek:
Aan wie schrijf je een persoonlijke e-mail?

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk kent.

Bijvoorbeeld:
vader, moeder, opa, oma, tante, oom, nicht, neef, vriend of vriendin.

Slide 5 - Diapositive

Tekstdoel
Waarom schrijf je de persoonlijke e-mail?

Bijvoorbeeld:
  • omdat je wilt vertellen hoe het met je gaat.
  • omdat je iemand wilt uitnodigen.
  • omdat je iets leuks hebt meegemaakt.
enz. 

Slide 6 - Diapositive

Taalgebruik

Een persoonlijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je persoonlijk kent?
Die persoon spreek je daarom ook op een persoonlijk e manier aan. Met je en jij. En niet met u.  

Dit noem je informeel taalgebruik. Dus: je en jij!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Informerende tekst
Artikel
________________________________________
Een artikel is een stuk tekst in een krant, tijdschrift, schoolkrant et cetera.

Meestal bestaat een artikel uit de volgende onderdelen. 
Door deze volgorde aan te houden, is het goed te volgen voor de lezer.


1. Titel 
Een titel zegt kort waar het artikel over gaat.
Daarnaast moet de titel aansprekend zijn, zodat de lezer wordt geprikkeld om het artikel verder te lezen.

2. Naam van de schrijver
De naam van de auteur staat meestal onder de titel.

3. Inleiding
Een artikel begint met een korte beschrijving van het onderwerp.
In de inleiding staat de belangrijkste informatie van het stuk.
Je kunt er ook voor kiezen om een voorbeeld te geven. Dit maakt de lezer nieuwsgierig
4. Middenstuk
In het middenstuk kun je alles zetten wat je wilt vertellen in het artikel.

5. Conclusie
je eindigt met het geven van een conclusie. In de conclusie vat je het artikel nog even samen.

Slide 9 - Diapositive

Informerende tekst
2. Naam van de schrijver
De naam van de auteur staat meestal onder de titel.

3. Inleiding
Een artikel begint met een korte beschrijving van het onderwerp.
In de inleiding staat de belangrijkste informatie van het stuk.
Je kunt er ook voor kiezen om een voorbeeld te geven. Dit maakt de lezer nieuwsgierig.


5. Conclusie
je eindigt met het geven van een conclusie. In de conclusie vat je het artikel nog even samen.


Slide 10 - Diapositive

Informerende tekst
4. Middenstuk
In het middenstuk kun je alles zetten wat je wilt vertellen in het artikel.

5. Conclusie
je eindigt met het geven van een conclusie. In de conclusie vat je het artikel nog even samen.


Slide 11 - Diapositive

En nu aan de slag!
  • Nakijken schrijven blok 1 opdracht 1
  • Maken schrijven opdracht 2
  • Het schrijven van een informerende tekst

Slide 12 - Diapositive