Werkwoordspelling

Persoonsvorm en voltooid deelwoord
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Persoonsvorm en voltooid deelwoord

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
- Uitleg (aantekeningen maken)
- Oefenen
- Zelfstandig werken

Belangrijk: toets, blijft terugkomen

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog van de persoonsvorm en het voltooid deelwoord?

Slide 3 - Carte mentale

Persoonsvorm

Slide 4 - Diapositive

Tegenwoordige tijd
ik-vorm/stam

- Als het onderwerp ik of ... jij is.
Bijvoorbeeld:
Ik wandel door het dorp. (wandelen)
Loop jij door het dorp? (lopen)

Slide 5 - Diapositive

Tegenwoordige tijd
ik-vorm + t

- Als het onderwerp hij, jij, zij, het, u of je is.
Bijvoorbeeld:
Hij werkt in de winkel. (werken)
Jij leert op school. (leren)
Marianne danst vaak. (dansen)

Slide 6 - Diapositive

Tegenwoordig tijd
wij-vorm/hele werkwoord


- Als het onderwerp meervoud is.
Bijvoorbeeld:
Zij werken bij de Jumbo. (werken)
Jullie kijken vaak Netflix. (kijken)

Slide 7 - Diapositive

Verleden tijd
enkelvoud
+te of +de

meervoud
+ten of +den

Langer maken/'t ex-kofschip

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Voltooid deelwoord

Slide 10 - Diapositive

Voltooid deelwoord

In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van de werkwoorden:
  1. hebben
  2. zijn 
  3. worden

Slide 11 - Diapositive

Voltooid deelwoord
Begint vaak met: be-, ge-,  ver- of ont- 
Eindigt op: -d, -t, -en

hele werkwoord -en ('t ex-kofschip)
Langer maken

Slide 12 - Diapositive

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

- Zo kort mogelijk
- Kijk naar het hele werkwoord
De spiegel is vergroot.
De vergrote spiegel. (vergroten)
Het kind werd gered.
Het geredde kind. (redden)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Kees besteed weinig geld.
Goed of fout?

Slide 16 - Diapositive

Fout
Besteedt

Slide 17 - Diapositive

Meldt jij je bij de balie?
Goed of fout?

Slide 18 - Diapositive

Fout
Meld

Slide 19 - Diapositive

Mees deletete de e-mail.
Goed of fout?

Slide 20 - Diapositive

Goed

Slide 21 - Diapositive

Ik heb de e-mail gestuurt.
Goed of fout?

Slide 22 - Diapositive

Fout
gestuurd

Slide 23 - Diapositive

De muren zijn geverft.
Goed of fout?

Slide 24 - Diapositive

Fout
geverfd

Slide 25 - Diapositive

De media heeft het over het coronavirus.
Goed of fout?

Slide 26 - Diapositive

Fout
hebben

Slide 27 - Diapositive

Julie vonden het een mooie film.
Goed of fout?

Slide 28 - Diapositive

Fout
vond

Slide 29 - Diapositive

Oefenen
Zelfstandig
Werkbladen
Cambiumned.nl (werkwoordspelling)

Slide 30 - Diapositive

Einde
- Persoonsvorm
- Voltooid deelwoord

Slide 31 - Diapositive