Examentraining H13 Hormonen

Herhaling H13
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H13

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neurohypofyse

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adenohypofyse

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypothalamus
Zenuwcellen geven Releasing 
Hormonen (RH) en Inhibiting 
Hormonen (IH) af.


Deze komen in de hypothalamus in de bloedbaan en komen daarna in de voorkwab van de hypofyse

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe beïnvloedt een hormoon doelwitorgaan/cel?
Steroid-hormoon
Peptide-hormoon
Binas 89B
*(signaal)cascade

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Homeostase
Tikkie terug

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Botten en Ca+
Huishouding

Slide 10 - Diapositive

nu de tekening op het bord

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TSH-regelkring

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe werkt ADH?
ADH

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Examentraining H13 Hormonen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie
  • Maak opdracht 1 van de examentrainer
Start met de Trainingsopdrachten
  1. Beeldvorming
  2. De informatie
  3. Antwoord en controle
Beantwoord de Examenvraag


timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beeldovorming: Herformuleer de twee beweringen

1) Het is mogelijk dat de hypofyse tegelijkertijd de hormonen ADH én oxytocine afgeeft.

2) Het is mogelijk dat een doelwitcel functionele receptoren voor ADH én voor oxytocine heeft.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De informatie:
Informatie over deze hormonen vind je in het hoofdstuk en in Binas.
1) Noteer het nummer van de Binas-tabel.
2) Op welke plaats komen ADH en oxytocine in het bloed?
3) Wat is het effect van ADH en van oxytocine?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk eerst zelf welke van de uitspraken juist is/zijn.
Kies dan de letter van het juiste antwoord.
Controleer waardoor de andere antwoorden onjuist zijn.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de uitspraken is of welke zijn juist?
A
Geen van beide
B
Alleen 1
C
Aleen 2
D
Beide

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken/bespreken Examentrainer

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie
  • Maak de Trainingsopdrachten voor examenopdrachten
    2, 3 en 4 van de examentrainer

  1. Beeldvorming
  2. De informatie
  3. Antwoord en controle


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beeldvorming
De vraag is in een complexe zin geformuleerd. Herformuleer de vraag.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De informatie:
- Noteer het nummer van de Binas-tabel.
- Noteer twee hormonen waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt.

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor je antwoord kun je twee scorepunten krijgen. Beschrijf je antwoord in twee duidelijke delen, aangegeven met bijvoorbeeld een streepje.

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beeldvorming
Het gaat om celniveau. Omschrijf waardoor het bij hormonen altijd gaat om celniveau.

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De informatie
Informatie over zwangerschapsdiabetes vind je in de tekst bij de opdracht. Noteer naam en effect van het betrokken hormoon.

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor je antwoord kun je twee scorepunten krijgen. Beschrijf je antwoord in twee duidelijke delen, aangegeven met bijvoorbeeld een streepje.

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verstoring op celniveau treedt op bij vrouwen met zwangerschapsdiabetes?
A
Cellen van de eilandjes van Langerhands Produceren geen insuline
B
Door de vele vetcellen wordt teveel glucose opgeslagen
C
Levercellen en spiercellen nemen te weinig glucose op
D
Niercellen scheiden glucose pas bij een hoge bloedsuikerspiegel uit

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beeldvorming
Het gaat om een test om vast te stellen of iemand zwangerschapsdiabetes (of diabetes type 2) heeft. Omschrijf in dit verband de betekenis van ‘fout-positief’.

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De informatie
De benodigde informatie staat in de tekst bij de opdracht. Vergelijk het effect van eten of drinken voor de test met het effect van het innemen van het glucosedrankje.

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gaat om een ‘leg-uit’-vraag waarvoor je twee scorepunten kunt krijgen. Leg je antwoord uit in twee stappen, aangegeven met bijvoorbeeld een streepje.

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4:
Leg uit hoe het eten of drinken vóór de test mogelijk een fout-positieve uitslag kan veroorzaken.

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions