Semana 37 - La rutina

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

¡Hola! ¿Qué tal estáis?

¡Bienvenidos a la clase de Español!

¿Quién eres? ¡Preséntate!

1. Vertel je naam, leeftijd en iets dat je leuk vindt om te doen aan de klasgenoot naast je. 

2. Zometeen vertel je aan de klas wat je hebt geleerd

over deze klasgenoot.

Normas de clase Lesafspraken

• En clase se habla español Spaans spreken in de les
  
• No se ríe de nadie Niemand wordt uitgelachen
• Si tienes una pregunta, levanta la mano Hand opsteken als je vragen hebt
• Los móviles se guardan en las casillas Mobieltjes in de telefoontas
• Lleva tus cosas Spullen mee
• Haz los deberes Huiswerk bijhouden

El programa de este periodo

A partir de este año tenéis un método nuevo: Reporteros. 

Reporteros es un poco diferente a los libros de Apúntate. 

Tiene un orden diferente. 

Por eso, en el periodo 1 vamos a repasar (herhalen) y 

recuperar (inhalen). En el periodo 2, empezamos con U3.

La tarea práctica de este periodo

En este periodo, vas a hacer un cartel (poster) de tu semana.

El peso de la tarea es 2x.

La fecha límite es el 20 de octubre.

¡Hola! ¿Qué tal estáis?

¡Bienvenidos a la clase de Español!

Metas Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ...aprendemos los verbos reflexivos leren we wederkerende werkwoorden

2. ...hablamos de la rutina praten we over onze dagelijkse routine

La rutina diaria

Wat doe je op een dag? Weet je hoe je dat in het Spaans zegt?

La rutina diaria de Ainara

1. Luister en kruis aan wat Ainara 's ochtends doet.

La rutina diaria de Ainara

1. Luister en kruis aan wat Ainara 's ochtends doet.

2. Luister nog een keer en zet de activiteiten in de juiste volgorde. Welke letters blijven over? 

Verbos reflexivos Wederkerende werkwoorden

• Terminan en -se Eindigen op -se

despertarse

levantarse

ducharse

cepillarse los dientes

Verbos reflexivos Wederkerende werkwoorden

• También hay verbos reflexivos en neerlandés In het Nederlands bestaan wederkerende werkwoorden ook 

zich vergissen (SP: equivocarse)

zich herinneren (SP: recordarse)

Verbos reflexivos Wederkerende werkwoorden

• Tienen un pronombre Hebben een voornaamwoord

Me (ducho)

Te (duchas)

Se (ducha)

Nos (duchamos)

Os (ducháis)

Se (duchan)

Verbos reflexivos Wederkerende werkwoorden

• Se conjugan como 'llamarse' Worden vervoegd zoals 'llamarse'

Een wederkerend werkwoord vervoeg je in 2 delen. Eerst vervoeg je 'se'. Dit verandert in een voornaamwoord: me, te, se, nos, os of se. Daarna vervoeg je het deel dat vóór 'se' staat. Denk aan llamarse.

Me llamo     Nos llamamos

Te llamas     Os llamáis

Se llama       Se llaman

Verbos reflexivos Wederkerende werkwoorden

• Son importantes para describir rutinas diarias Zijn met name belangrijk voor het beschrijven van dagelijkse routines

Las rutinas son actividades que haces cada día,

por ejemplo por la mañana.

Met routines wordt bedoeld: de dingen die je elke

dag doet, bijvoorbeeld 's ochtends. 

Verbos reflexivos Wederkerende werkwoorden

• La reflexividad cambia el significado de un verbo De 'wederkerendheid' verandert de betekenis van een werkwoord

llamar = bellen	llamar se = heten
levantar = optillen	levantar se = opstaan
ir = gaan	ir se = weggaan
poner = zetten/leggen	poner se = aantrekken

Verbos reflexivos Wederkerende werkwoorden

• Terminan en -se Eindigen op -se
• También hay verbos reflexivos en neerlandés In het Nederlands bestaan wederkerende werkwoorden ook
• Tienen un pronombre Hebben een voornaamwoord
• Se conjugan como 'llamarse' Worden vervoegd als 'llamarse'
• Son importantes para la rutina diaria Belangrijk voor dagelijkse routine
• La reflexividad cambia el significado de un verbo De 'wederkerendheid' verandert de betekenis van een werkwoord

Deberes Huiswerk

- hacer: ejercicio de los verbos 

- estudiar: los verbos del ejercicio

Je maakt dus het werkblad en leert de werkwoorden die

daarin staan.

¡Hasta luego!