5.1 sporten: een sport kiezen

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

5.1 Een sport kiezen

Absenties en hw

Herhalen bs 

nieuwe Basisstof 

afsluiten

leerdoelen vandaag

Aan het einde van de les:

• Je kent de redenen waarom mensen sporten
• Je kunt individuele en teamsporten onderscheiden.
• Je kent lichamelijke eigenschappen en karaktereigenschappen die belangrijk zijn bij het kiezen van een sport.
• Je kunt verschillende redenen noemen die een rol spelen bij het maken van keuzen.

maak een woordweb met zoveel mogelijk sporten

5.1 Een sport kiezen

Redenen om te sporten:

- ontspanning

- gezelligheid

- gezondheid

- werk (profsporters)

Bij sporten lever je een lichamelijke inspanning. Je gebruikt je lichaam intensief.

4.1 Een sport kiezen

Er zijn verschillende soorten sport:

- individuele sport : deze sporten kan je in je eentje doen

- teamsport : bij deze sporten moet je samenwerken

tactiek

manier waarop je te werk gaat die ervoor kan zorgen dat je wint

4.1 Een sport kiezen

Als je een wedstrijd speelt, spreek je spelregels af. (eerlijkheid)

Zonder spelregels loopt een wedstrijd al snel uit de hand.

Als je na schooltijd met vrienden sport, kan je spelregels afspreken. Bij een club zijn vaste regels waar je je aan moet houden.

Een sport kiezen

Welke sport kies jij?

Meestal kies je voor een sport die bij je past en wat je waardevol (belangrijk) vindt.

Hierbij kan je letten op:

- lichamelijke eigenschappen: lengte, gewicht, uithoudingsvermogen, lenigheid en spierkracht

- karaktereigenschappen: doorzettingsvermogen, concentratie, geduld en nauwkeurigheid

Veel mensen sporten om te ontspannen.

1. Waar
2. Nietwaar

Tijdens het sporten gaat je hart langzamer/sneller kloppen.

1. Langzamer
2. Sneller

Als je gaat sporten, wat gebeurt er dan?

1. Je ademhaling gaat omhoog
2. Je hartslag gaat omhoog
3. Je krijgt het warmer
4. alle antwoorden zijn goed

Waarom is sporten goed voor je spieren

1. Omdat het je spieren sterker maakt
2. Omdat je spieren het goed warm maakt
3. Dat je slaper worden
4. Omdat je spieren pijn doen

Welke soorten van inspanning bij sporten zijn er?

1. geestelijke
2. lichamelijke
3. geestelijke en lichamelijke
4. geen van allen zijn goed (A,BC)

Voorbeeld van een individuele sport

1. 100 m sprint (atletiek)
2. voetballen
3. zwemestafette
4. waterpolo

Welke lichamelijke eigenschap is belangrijk bij basketbal

1. uithoudingsvermogen
2. doorzettingsvermogen
3. goede tactiek van het team
4. het opvolgen van aanwijzingen van de trainer

Redenen om te sporten kunnen zijn
(kies het beste antwoord)

1. plezier
2. ontspanning
3. gezondheid
4. A, B en C

Sport is niet leuk
want je wordt er alleen maar moe van.

Wat is ' je wordt er alleen maar moe van'

1. een argument
2. een mening

Ik vind sporten gewoon waardevol...
Wat wordt hiermee bedoeld?

1. sporten is gezond
2. sporten is gezellig
3. sporten is sociaal
4. sporten is belangrijk

Frankie zegt: Wij (Ajax) zijn de beste club van Nederland
Matthijs zegt: Want wij hebben de beste verdediging

Beide spelers deden het heel goed in het seizoen: 2018-2019

1. Frankie: mening Matthijs: mening
2. Frankie:argument Matthijs: argument
3. Frankie:argument Matthijs: mening
4. Frankie:mening Matthijs: argument

Een mening is iets wat je vindt.
De redenen waarom je iets vindt, noem je argumenten

1. 1 waar 2 nietwaar
2. 1 nietwaar 2 waar
3. beide waar
4. beide nietwaar

Dit weet je nu

1. Je weet en kunt uitleggen wat redenen zijn voor mensen om te sporten.

    Je kunt voorbeelden noemen.

2. Je weet en kunt uitleggen wat het verschil is tussen een individuele- en een teamsport

    Je kunt voorbeelden noemen.

3. Je weet en kunt uitleggen wat tactiek is en hoe je sportief samen sport

4. Je weet en kunt uitleggen wat lichamelijke eigenschappen zijn die belangrijk zijn bij het kiezen van een sport. 

5. Je weet en kunt uitleggen wat karakter eigenschappen zijn die belangrijk zijn bij het kiezen

     van een sport. 

6. Je weet en kunt uitleggen welke organenstelsels samenwerken bij het sporten

VRAGEN??

zelf aan de slag

4.1 Een sport kiezen: lees de tekst en maak de opdrachten:

KADER= 5.1 opdracht 1 t/m 5 maken

BASIS=5.1  opdracht 1,3,4,5,7