NT2

• Alfabetisering NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Appjes en briefjes schrijven

Welke zin is goed?

1. Hoe gaat het met jou
2. Hoe gaat het met jou?
3. Gaat goed met jou?
4. Het gaat goed met jou?

Welke zin is goed?

1. De man loopt met de hond in bos.
2. Mijn buurvrouw doet boodschappen in de winkel
3. Het jongetje speelt met de voetbal.
4. De vrouw gaat niet naar school, want ze heeft niet les.

Je schrijft een mail naar de teamleider van het bedrijf waar je stage gaat lopen. Welke zin gebruik je wel?

1. Met vriendelijk groet,
2. Hoi mevrouw,
3. Met vriendelijke groet,
4. Geachtte meneer/mevrouw,

Wat is netjes om te zeggen als je vrij vraagt?

1. Mag ik 11 december alstublieft vrij? Mijn zus gaat trouwen.
2. Maandag kom ik niet op school. Ik heb een afspraak.
3. Ik moet vrij, want ik ga naar de dokter.
4. Vindt u het goed dat ik daarna meteen naar school kom?

Welke vraag stel je beter niet via de app aan je stagebegeleider?

1. Mag ik mijn broertje eerst even naar school brengen?
2. Mijn zus gaat volgende week donderdag trouwen. Mag ik vrij?
3. Ik moet naar de tandarts, dus ik kom later op stage. Oke?
4. Geen van alle vragen.

Wat vind je van deze brief?

Geacht Mevrouw Dijkman,

 

Er is iets vervelends gebeurd. Mijn laptop is kapotgegaan. Daardoor kan ik helaas de opdracht niet maken.

Zou u mij ook kunnen helpen?

Volgende week zou ik op school de opdracht wel op de computer kunnen maken? Ben ik dan nog op tijd met inleveren?

Ik hoor graag van u.

Met vriendelijke groet,

Wat valt je op?

Wat app je naar je docent?

Wat staat op je briefje aan je stagebegeleider?

Wat app je?

Aan wie schrijf jij een kerstkaart?