Hoofdstuk 3 Migratie

Hoofdstuk 3 Migratie
- Terugblik opdracht begrippen opzoeken
- Korte herhaling begrippen H2


- Nieuw hoofdstuk: MIRGATIE 

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 Migratie
- Terugblik opdracht begrippen opzoeken
- Korte herhaling begrippen H2


- Nieuw hoofdstuk: MIRGATIE 

Slide 1 - Diapositive

Doel van dit hoofdstuk
- je kunt uitleggen wat migratie is
- je kunt uitleggen waarom mensen migreren
- je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn voor migranten


Terugblik begrippen hoofdstuk 2 cultuur. Wat weet je nog-->

Slide 2 - Diapositive

Cultuur is wat mensen belangrijk vinden, de gewoonten en de gebruiken die daarbij horen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Welk woord hoort hierbij?

Iedereen is evenveel waard
A
gerechtigheid
B
cultuur
C
normen
D
gelijkwaardigheid

Slide 4 - Quiz

regels die voor iedereen hetzelfde zijn
Regels 
Wat mensen belangrijk vinden
Gerechtigheid
normen 
waarden 

Slide 5 - Question de remorquage

Doel van dit hoofdstuk
- je kunt uitleggen wat migratie is
- je kunt uitleggen waarom mensen migreren
- je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn voor migranten

Slide 6 - Diapositive

Hoofdstuk 3
Migratie, wat is dat ?


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

vluchteling en immigrant betekenen hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar
C
Ik weet het niet

Slide 9 - Quiz

Mirgratie betekent:
verhuizen naar een ander land
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Vandaag 1 juli 2024
Herhaling begrippen vorige les
- emigratie
- immigratie 
Verder met hoofdstuk MIGRATIE 
-Uitleg
-  Filmpje schooltv Gaza
- Zelf aan de slag

Slide 11 - Diapositive

Vluchteling/ immigrant
Dus... 

Wat is het verschil tussen een vluchteling en een immigrant? 

Slide 12 - Diapositive

begrippen:
Immigreren /  Emigreren
???

Slide 13 - Diapositive

Emigratie
Emigratie is het land VERLATEN ( om ergens anders te gaan wonen) 

Bijvoorbeeld: iemand woonde in Nederland en verhuist nu naar Spanje 

Slide 14 - Diapositive

Immigratie 
Immigratie is het land BINNENKOMEN 

Bijvoorbeeld: iemand woonde in Spanje en komt nu naar Nederland om te wonen



Slide 15 - Diapositive

Dus..
Immigratie is het land BINNENKOMEN 

Emigratie is het land VERLATEN 



Slide 16 - Diapositive

https://schooltv.nl/video-item/de-oorlog-tussen-hamas-en-israel-een-conflict-over-grondgebied-voor-joden-en-palestijnen

Slide 17 - Diapositive

Redenen om te verhuizen

Slide 18 - Carte mentale

Hoe heet het verhuizen naar een ander land? ( emigratie/ immigratie of migratie)

Slide 19 - Question ouverte

Wanneer jij verhuist naar Spanje dan ben je voor Spanje een... ( immigrant of emigrant)

Slide 20 - Question ouverte

Ik verhuis naar Oostenrijk. Ik kom Oostenrijk dus BINNEN..
Voor Oostenrijk ben ik een....??
A
Emigrant
B
Immigrant
C
Ik weet het niet

Slide 21 - Quiz

Mijn oma komt uit Hongarije.
10 jaar geleden kwam zij naar Nederland. Voor Nederland was zij toen een...
A
Immigrant
B
Emigrant
C
Ik weet het niet

Slide 22 - Quiz

Aan de slag. Maak: 
Vanaf bladzijde 38 opdracht 1, 3 6 

Klaar? 
ga dan zachtjes iets voor jezelf doen.
We blijven zitten en houden ons alleen bezig met ons eigen werk.

Slide 23 - Diapositive

Vandaag 
Herhaling begrippen vorige les
- emigratie
- immigratie 
Verder met hoofdstuk MIGRATIE 
-Uitleg
-  Filmpjes
- Zelf aan de slag

Slide 24 - Diapositive

Herhaling begrippen
Migratie =.........................

Emigratie .........................

Immigrant ........................

Slide 25 - Diapositive

Kies... 
1. Mijn oom woont in Spanje, maar verhuist morgen naar Nederland. Hij  komt Nederland BINNEN. Hij is een
  immigrant/ emigrant 

2. Juf Pálmai vindt het te koud in Nederland. Ze verhuist morgen naar Turkije. Ze emigreert en gaat Nederland VERLATEN.
Ze is een immigrant/ emigrant 

Slide 26 - Diapositive

Migratie naar Nederland
Na de Tweede Wereldoorlog zijn er veel mensen vertrokken uit Nederland (emigreren)

? ? Waarom vertrokken deze mensen denk je??

Slide 27 - Diapositive

Gastarbeiders 
Er zijn ook veel mensen naar Nederland gekomen.
Na de Tweede Wereldoorlog moest Nederland weer opgebouwd worden.  Er waren te weinig mensen om dit te doen. 

Er werden mensen uit andere landen gehaald
Dit waren gastarbeiders in 1969  ( Spanje, Turkije, Marokko, Italie) 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo

Hoe is dat nu?
Kun je zomaar naar Nederland om te wonen/ werken vanuit Marokko? 


en vanuit een land binnen Europa ? 
Filmpje Youssef--> 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Aan de slag
Vanaf bladzijde 42
opdracht 8
opdracht 9 
opdracht 10 
Lees de grijze blokjes goed!  Dit is theorie!

Ben je klaar? Vul je logboek aan.. heb je ook foto's gemaakt??




Slide 33 - Diapositive

Herhaling begrippen
weet je nog.... het verschil tussen

 MIGRATIE  /  IMMIGRATIE ?

Slide 34 - Diapositive

Het land binnenkomen
het verhuizen naar een ander land
Het land verlaten
    Immigratie 
Migratie 
Emigratie

Slide 35 - Question de remorquage

opdrachten   (blz41/42)
Tekst lezen ( samen)
zelf maken: opdracht 6 + 7

Zelf lezen tekst bladzijde 42
zelf maken: opdracht 8
timer
15:00

Slide 36 - Diapositive

Dunya &
Desi

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Bladzijde 43
welke landen zijn er onafhankelijk 

- Indonesie 
- Suriname 

Slide 39 - Diapositive

opdracht 10
Vluchteling:  Mensen die vluchten omdat ze gevaar lopen

Asielzoeker: als een vluchteling in een ander land vraagt of hij mag blijven

Slide 40 - Diapositive

4 redenen waarom mensen hun land  ontvluchten

1 oorlog / 
2 anders dan de rest ( homo/lesbie)
3  geen eten
4   taliban 
5. armoede 

Slide 41 - Diapositive

Herhaling begrippen: MIGRATIE 

Slide 42 - Diapositive

Wat is een emigrant?

Slide 43 - Carte mentale

Wat betekent: onafhankelijk ?

Slide 44 - Carte mentale

Werk waar je geen opleiding voor nodig hebt is:
A
Werk
B
Ongeschoold werk
C
Geschoold werk
D
illegaal werk

Slide 45 - Quiz

Iemand die het land binnenkomt om te gaan wonen
A
Emigrant
B
immigrant
C
ammigratie
D
werkzoeker

Slide 46 - Quiz

Iemand die uit een land vlucht omdat hij gevaar loopt
A
Emigrant
B
Asielzoeker
C
Vluchteling
D
Vakantieganger

Slide 47 - Quiz

Eind hoofdstuk
                                                                                                                                                                                    MIGRATIE 


Slide 48 - Diapositive